Consort in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

consort:
- media naranja; compañero en la vida; compañera en la vida; compañero; esposa; esposo; compañera; marido; consorte; conviviente; señora; pareja; mujer; ama; cónyuge; buque escolta
Wiktionary:
- consort → consorcio, consorte

Engels

Uitgebreide vertaling voor consort (Engels) in het Spaans

consort:

consort [the ~] zelfstandig naamwoord

the consort (better half)
la media naranja
- media naranja [la ~] zelfstandig naamwoord
the consort (life companion; spouse; life partner)
el compañero en la vida; la compañera en la vida; el compañero; la esposa; el esposo; la compañera; el marido; el consorte; la conviviente
- compañero en la vida [el ~] zelfstandig naamwoord
- compañera en la vida [la ~] zelfstandig naamwoord
- compañero [el ~] zelfstandig naamwoord
- esposa [la ~] zelfstandig naamwoord
- esposo [el ~] zelfstandig naamwoord
- compañera [la ~] zelfstandig naamwoord
- marido [el ~] zelfstandig naamwoord
- consorte [el ~] zelfstandig naamwoord
- conviviente [la ~] zelfstandig naamwoord
the consort (husband; wife)
la señora; la pareja; la esposa; la compañera en la vida; la mujer; la ama; la compañera; la cónyuge; la consorte; la conviviente
- señora [la ~] zelfstandig naamwoord
- pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
- esposa [la ~] zelfstandig naamwoord
- compañera en la vida [la ~] zelfstandig naamwoord
- mujer [la ~] zelfstandig naamwoord
- ama [la ~] zelfstandig naamwoord
- compañera [la ~] zelfstandig naamwoord
- cónyuge [la ~] zelfstandig naamwoord
- consorte [la ~] zelfstandig naamwoord
- conviviente [la ~] zelfstandig naamwoord
the consort (escort)
el buque escolta
- buque escolta [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor consort:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ama	consort; husband; wife	boss; housewife; husband; life companion; madam; matron; mistress; mistress of the house; partner; spouse; wife
buque escolta	consort; escort
compañera	consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife	buddy; chum; companion; comrade; fellow; fellow student; female partner; friend; husband; life companion; mate; mistress; pal; partner; spouse; wife
compañera en la vida	consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife	housewife; husband; life companion; matron; mistress; mistress of the house; partner; spouse; wife
compañero	consort; life companion; life partner; spouse	best friend; bloke; bosom friend; buddy; business associate; chap; chum; close friend; colleague; companion; comrade; confidante; cove; fellow; female partner; friend; gent; learned friend; man; mate; matie; matties herring; member of the firm; mister; pal; pall; partner; type; young herring
compañero en la vida	consort; life companion; life partner; spouse
consorte	consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife	husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
conviviente	consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife	buddy; husband; life companion; mate; member of the firm; mistress; partner; spouse; wife
cónyuge	consort; husband; wife	housewife; husband; life companion; matron; mistress; mistress of the house; partner; spouse; wife
esposa	consort; husband; life companion; life partner; spouse; wife	handcuffs; husband; life companion; manacles; mistress; partner; spouse; wife
esposo	consort; life companion; life partner; spouse	companion; husband; life companion; partner; spouse
marido	consort; life companion; life partner; spouse	companion; husband; life companion; male; man; partner; spouse
media naranja	better half; consort
mujer	consort; husband; wife	Ms.; female; housewife; husband; lady; life companion; madam; matron; miss; mistress; mistress of the house; partner; spouse; wife; woman
pareja	consort; husband; wife	counterpart; couple; couple for live; husband; life companion; opposite number; pair; pendant; pendent; spouse; tandem; the two; two; twosome; wife
señora	consort; husband; wife	Mrs.; Ms.; housewife; husband; lady; life companion; madam; matron; miss; mistress; mistress of the house; partner; spouse; wife
-	choir
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	accord; affiliate; agree; associate; assort; concord; fit in; harmonise; harmonize; run
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	spouse

Synoniemen voor "consort":

spouse; partner; married person; mate; better half
choir; set
associate; affiliate; assort; interact
harmonize; harmonise; accord; concord; fit in; agree; match; fit; correspond; check; jibe; gibe; tally
run; accompany

Verwante definities voor "consort":

a family of similar musical instrument playing together¹
the husband or wife of a reigning monarch¹
keep company¹
keep company with; hang out with¹
go together¹

Wiktionary: consort

consort

noun

association or partnership
- consort → consorcio
husband, wife, companion or partner
- consort → consorte

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van consort

prince consort

Remove Ads

Vertaal consort van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor consort (Engels) in het Spaans

consort:

consort [the ~] zelfstandig naamwoord

the consort (better half)

the consort (life companion; spouse; life partner)

the consort (husband; wife)

the consort (escort)

Vertaal Matrix voor consort:

Synoniemen voor "consort":

Verwante definities voor "consort":

Wiktionary: consort

Verwante vertalingen van consort