Commonplace in het Spaans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

commonplace:
- cliché; lugar común; tópico; tapaboca; manta de viaje
- grosero; bruto; rudo
Wiktionary:
- commonplace → trivial, banal, sobado, redicho, manido, trillado

Engels

Uitgebreide vertaling voor commonplace (Engels) in het Spaans

commonplace:

commonplace [the ~] zelfstandig naamwoord

the commonplace (cliche; platitude; truism)
el cliché; el lugar común; el tópico; la tapaboca; la manta de viaje
- cliché [el ~] zelfstandig naamwoord
- lugar común [el ~] zelfstandig naamwoord
- tópico [el ~] zelfstandig naamwoord
- tapaboca [la ~] zelfstandig naamwoord
- manta de viaje [la ~] zelfstandig naamwoord
the commonplace (platitude; truism)
el tópico; la tapaboca; la manta de viaje; el lugar común
- tópico [el ~] zelfstandig naamwoord
- tapaboca [la ~] zelfstandig naamwoord
- manta de viaje [la ~] zelfstandig naamwoord
- lugar común [el ~] zelfstandig naamwoord

commonplace bijvoeglijk naamwoord

commonplace (coarse; gross; vulgar; unsavoury; seedy; unsavory)
grosero; bruto; rudo
- grosero bijvoeglijk naamwoord
- bruto bijvoeglijk naamwoord
- rudo bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor commonplace:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruto		asshole; barbarian; bastard; blackguard; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; cruel person; dolt; duffer; fiend; hulk; ill-mannered brute; jerk; lout; lubber; madman; oaf; prole; rennet; ruffian; shithead; slob; swine; thug; tough; unlicked cub; yokel
cliché	cliche; commonplace; platitude; truism
grosero		bastard; booby; boor; boorishness; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; discourtesy; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; oaf; prole; rude fellow; rudeness; slob; swine; yokel
lugar común	cliche; commonplace; platitude; truism
manta de viaje	cliche; commonplace; platitude; truism	travelling-rug
tapaboca	cliche; commonplace; platitude; truism	sop
tópico	cliche; commonplace; platitude; truism	affair; business; case; event; issue; issues; matter; occasion; occurrence; problem; problems; question; stereotype; stereotypical picture
-	banality; bromide; cliche; platitude
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	humdrum; prosaic; unglamorous; unglamourous
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bruto	coarse; commonplace; gross; seedy; unsavory; unsavoury; vulgar	abominable; agressive; arrogant; banal; barbaric; beastly; below the belt; bestial; blunt; boorish; brutal; coarse; cruel; gross; gruesome; heinous; ill-bred; impudent; indecent; inhuman; inhumane; insolent; nasty; objectionable; offending; offensive; overbearing; pityless; presumptuous; rotten; rude; rustic; ruthless; shabby; shameless; trite; trivial; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly; unprocessed; unsavory; unsavoury; vapid; violent; vulgar
cliché		stereotyped
grosero	coarse; commonplace; gross; seedy; unsavory; unsavoury; vulgar	abominable; abusive; arrogant; barbaric; base; big-boned; bold; boorish; brutal; coarse; crass; crude; cruel; cunning; discourteous; doggish; false; gruesome; heavily-built; hefty; heinous; ill-bred; ill-mannered; impertinent; impolite; impudent; indecent; inhuman; inhumane; insolent; loutish; low; mean; nasty; oafish; objectionable; offending; offensive; overbearing; pedestrian; presumptuous; rude; rustic; shameless; sharp; shrewd; slippery; sly; stocky; uncivilised; uncivilized; underhand; uneducated; unmannerly; vicious; vile; villainous; vulgar
rudo	coarse; commonplace; gross; seedy; unsavory; unsavoury; vulgar	abusive; angry; bleak; cantankerous; chilli; chilly; coarse; cold; crabbed; crass; crusty; embittered; enraged; exasperated; feral; fierce; gruff; grumpy; irate; livid; nagging; rigid; seething; sullen; suppressed; surly; unbroken; untamed; wild
tópico		stereotyped

Verwante woorden van "commonplace":

commonplaces

Synoniemen voor "commonplace":

ordinary
humdrum; prosaic; unglamorous; unglamourous; unexciting
banal; hackneyed; old-hat; shopworn; stock; threadbare; timeworn; tired; trite; well-worn; unoriginal
platitude; cliche; banality; bromide; remark; comment; truism

Verwante definities voor "commonplace":

not challenging; dull and lacking excitement¹
completely ordinary and unremarkable¹
- air travel has now become commonplace¹
- commonplace everyday activities¹
a trite or obvious remark¹

Wiktionary: commonplace

Cross Translation:

From	To	Via
• commonplace	→ trivial	↔ triviaal — gewoon
• commonplace	→ trivial; banal	↔ banaal — gewoontjes, saai en voorspelbaar, weinig verheven of de zintuigen prikkelend
• commonplace	→ sobado; redicho; manido; trillado	↔ afgezaagd — saai, alledaags, overbekend
• commonplace	→ banal; trivial	↔ banal — ohne großen Anspruch
• commonplace	→ banal; trivial	↔ banal — (figuré) Qui se met à la disposition de tout le monde.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal commonplace van Engels naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor commonplace (Engels) in het Spaans

commonplace:

commonplace [the ~] zelfstandig naamwoord

the commonplace (cliche; platitude; truism)

the commonplace (platitude; truism)

commonplace bijvoeglijk naamwoord

commonplace (coarse; gross; vulgar; unsavoury; seedy; unsavory)

Vertaal Matrix voor commonplace:

Verwante woorden van "commonplace":

Synoniemen voor "commonplace":

Verwante definities voor "commonplace":

Wiktionary: commonplace