Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- commanding:
-
command:
- encargo; consigna; comisión; mando; dedicación; misión; comando; instrucción; enseñanza; cometido; apremio; dominio; control; dominación; orden; mandamiento; tarea; mandato; poder; supremacía; autoridad; señorío; dirección; indicación; asignación; mando supremo
- dirigir; gobernar; mandar; guiar; ir a la cabeza; encabezar; ir delante; estar en cabeza; llevar; conducir; ordenar; liderar; preceder; presidir; dar orden de; decretar; pilotar; ser primero; encargar; encomendar; obligar
-
Wiktionary:
- command → mandato, orden
- command → mandato, orden, instrucción, comando, mando, mandar, acaudillar, ordenar, encabezar, comandar, pedido, encargo, demanda, encargar, conocimiento, sentido, conocimientos, conocido
Engels
Uitgebreide vertaling voor commanding (Engels) in het Spaans
commanding:
-
commanding
Vertaal Matrix voor commanding:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mandante | bidder; principal | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | dominating; overlooking | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | command; lead; leadership | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mandante | commanding | |
ordenante | commanding |
Verwante woorden van "commanding":
Synoniemen voor "commanding":
Verwante definities voor "commanding":
command:
-
the command (assignment; order; shibboleth; instruction; parole; cue; motto)
-
the command (control)
-
the command (order)
-
the command (order)
el mandamiento -
the command (order)
-
the command (dominion; authority; mastery; power)
-
the command (front position; leading; taking the lead; lead)
-
the command (instruction; assignment; order)
la instrucción; la tarea; la enseñanza; la indicación; el mando; la orden; el encargo; el mandato; la asignación; la misión; el comando -
the command
-
the command
– An instruction to a computer program that, when issued by the user, causes an action to be carried out. Commands are usually either typed at the keyboard or chosen from a menu. 2
-
to command (lead; preside; direct)
dirigir; gobernar; mandar; guiar; ir a la cabeza; encabezar; ir delante; estar en cabeza-
dirigir werkwoord
-
gobernar werkwoord
-
mandar werkwoord
-
guiar werkwoord
-
ir a la cabeza werkwoord
-
encabezar werkwoord
-
ir delante werkwoord
-
estar en cabeza werkwoord
-
-
to command (be in command of; preside; take the lead; order)
guiar; llevar; dirigir; conducir; mandar; ordenar; liderar; preceder; presidir; estar en cabeza; dar orden de; encabezar; gobernar; decretar; pilotar; ser primero; ir a la cabeza; ir delante-
guiar werkwoord
-
llevar werkwoord
-
dirigir werkwoord
-
conducir werkwoord
-
mandar werkwoord
-
ordenar werkwoord
-
liderar werkwoord
-
preceder werkwoord
-
presidir werkwoord
-
estar en cabeza werkwoord
-
dar orden de werkwoord
-
encabezar werkwoord
-
gobernar werkwoord
-
decretar werkwoord
-
pilotar werkwoord
-
ser primero werkwoord
-
ir a la cabeza werkwoord
-
ir delante werkwoord
-
-
to command (order; charge)
ordenar; mandar; decretar; dar orden de-
ordenar werkwoord
-
mandar werkwoord
-
decretar werkwoord
-
dar orden de werkwoord
-
-
to command (decree; dedicate; commission; devote; order; dictate; charge; rule; exert power; force)
mandar; encargar; encomendar; ordenar; obligar; decretar; dar orden de-
mandar werkwoord
-
encargar werkwoord
-
encomendar werkwoord
-
ordenar werkwoord
-
obligar werkwoord
-
decretar werkwoord
-
dar orden de werkwoord
-
Conjugations for command:
present
- command
- command
- commands
- command
- command
- command
simple past
- commanded
- commanded
- commanded
- commanded
- commanded
- commanded
present perfect
- have commanded
- have commanded
- has commanded
- have commanded
- have commanded
- have commanded
past continuous
- was commanding
- were commanding
- was commanding
- were commanding
- were commanding
- were commanding
future
- shall command
- will command
- will command
- shall command
- will command
- will command
continuous present
- am commanding
- are commanding
- is commanding
- are commanding
- are commanding
- are commanding
subjunctive
- be commanded
- be commanded
- be commanded
- be commanded
- be commanded
- be commanded
diverse
- command!
- let's command!
- commanded
- commanding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor command:
Verwante woorden van "command":
Synoniemen voor "command":
Verwante definities voor "command":
Wiktionary: command
command
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• command | → mandato; orden | ↔ sommatie — aanmaning |
• command | → mandato; instrucción; orden; comando | ↔ commando — opdracht om een bepaald proces uit te voeren |
• command | → mando; mandato; comando | ↔ commando — bevel, leiding |
• command | → mandar; acaudillar | ↔ commanderen — het bevel voeren over |
• command | → ordenar | ↔ bevelen — een dwingende opdracht geven. |
• command | → mandar; encabezar; comandar; acaudillar | ↔ aanvoeren — bevel voeren over |
• command | → comando | ↔ Befehl — kleinste Funktionseinheit eines Programmes in der Datenverarbeitung |
• command | → pedido; encargo; demanda | ↔ commande — comm|fr ordre donné à un fabricant, à un ouvrier, à un artiste de faire un certain ouvrage, ou à un marchand de faire une certaine livraison. |
• command | → mandar; ordenar; encargar | ↔ commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général). |
• command | → conocimiento; sentido; conocimientos; conocido | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |