Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
clean:
- limpiar; quitar; purgar; purificar; desinfectar; depurar; ordenar; recoger la mesa; recoger; meter; almacenar; deshacerse de; lavar; limpiar con gamuza
- higiénico; limpio; púdico; inmaculado; claro; cuidado; puro; honesto; justo; casto; pulcro; esmerado; decente; decentemente; bien ordenado; ordenado; ordenadamente; bien arreglado; honrado; correcto; digno; correctamente; virtuoso; educado; respetable; bien educado; simplemente; claramente; francamente; rotundamente; abiertamente; claro y llano
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor clean (Engels) in het Spaans
clean:
-
to clean (clear; give a good cleaning; wash; remove)
-
to clean (tidy up; clear away; put away)
ordenar; recoger la mesa; recoger; meter; almacenar; deshacerse de-
ordenar werkwoord
-
recoger la mesa werkwoord
-
recoger werkwoord
-
meter werkwoord
-
almacenar werkwoord
-
deshacerse de werkwoord
-
-
to clean (rinse out; wash; flush away; purify)
-
to clean (wipe)
limpiar con gamuza-
limpiar con gamuza werkwoord
-
Conjugations for clean:
present
- clean
- clean
- cleans
- clean
- clean
- clean
simple past
- cleaned
- cleaned
- cleaned
- cleaned
- cleaned
- cleaned
present perfect
- have cleaned
- have cleaned
- has cleaned
- have cleaned
- have cleaned
- have cleaned
past continuous
- was cleaning
- were cleaning
- was cleaning
- were cleaning
- were cleaning
- were cleaning
future
- shall clean
- will clean
- will clean
- shall clean
- will clean
- will clean
continuous present
- am cleaning
- are cleaning
- is cleaning
- are cleaning
- are cleaning
- are cleaning
subjunctive
- be cleaned
- be cleaned
- be cleaned
- be cleaned
- be cleaned
- be cleaned
diverse
- clean!
- let's clean!
- cleaned
- cleaning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
clean (hygienic; pure)
higiénico; limpio; púdico; inmaculado-
higiénico bijvoeglijk naamwoord
-
limpio bijvoeglijk naamwoord
-
púdico bijvoeglijk naamwoord
-
inmaculado bijvoeglijk naamwoord
-
-
clean
-
clean
-
clean (neat; tidy)
esmerado; decente; limpio; cuidado; decentemente; bien ordenado; ordenado; ordenadamente-
esmerado bijvoeglijk naamwoord
-
decente bijvoeglijk naamwoord
-
limpio bijvoeglijk naamwoord
-
cuidado bijvoeglijk naamwoord
-
decentemente bijvoeglijk naamwoord
-
bien ordenado bijvoeglijk naamwoord
-
ordenado bijvoeglijk naamwoord
-
ordenadamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
clean (tidy; neat)
bien ordenado; bien arreglado-
bien ordenado bijvoeglijk naamwoord
-
bien arreglado bijvoeglijk naamwoord
-
-
clean (decent; virtuous; reputable; worthy; honest; fair; respectable)
honesto; honrado; correcto; digno; decente; correctamente; virtuoso; educado; respetable; bien educado-
honesto bijvoeglijk naamwoord
-
honrado bijvoeglijk naamwoord
-
correcto bijvoeglijk naamwoord
-
digno bijvoeglijk naamwoord
-
decente bijvoeglijk naamwoord
-
correctamente bijvoeglijk naamwoord
-
virtuoso bijvoeglijk naamwoord
-
educado bijvoeglijk naamwoord
-
respetable bijvoeglijk naamwoord
-
bien educado bijvoeglijk naamwoord
-
-
clean (readily; bluntly)
simplemente; claramente; francamente; rotundamente; abiertamente; claro y llano-
simplemente bijvoeglijk naamwoord
-
claramente bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
rotundamente bijvoeglijk naamwoord
-
abiertamente bijvoeglijk naamwoord
-
claro y llano bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor clean:
Verwante woorden van "clean":
Synoniemen voor "clean":
Antoniemen van "clean":
Verwante definities voor "clean":
Wiktionary: clean
clean
Cross Translation:
verb
-
(transitive) to remove dirt from a place or object
- clean → limpiar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• clean | → asear; limpiar | ↔ reinigen — zichtbare en onzichtbare vervuiling van een oppervlak verwijderen |
• clean | → puro; limpio | ↔ rein — zonder vuil |
• clean | → pulcro; limpio | ↔ proper — net, rein, schoon, zindelijk |
• clean | → bruñir; acicalar | ↔ poetsen — door middel van wrijven zaken schoner maken |
• clean | → adecentar; ordenar | ↔ opruimen — iets in orde brengen, netjes maken |
• clean | → limpiar | ↔ putzen — (transitiv) etwas von Schmutz befreien mit Bürste oder Lappen |
• clean | → limpio | ↔ rein — ganz unverschmutzt |
• clean | → limpiar | ↔ reinigen — etwas von Schmutz befreien, eine Verunreinigung beseitigen |
• clean | → puro; limpio; honesto; claro | ↔ sauber — den formalen, inhaltlichen Anforderungen gemäß |
• clean | → puro; limpio; claro; honesto | ↔ sauber — nicht verschmutzt, frei von Unrat |
• clean | → limpiar | ↔ nettoyer — rendre net, propre. |
• clean | → limpio; neto; puro | ↔ propre — Sans saleté |
• clean | → puro; mero | ↔ pur — Qui est sans mélange. |
• clean | → purificar; limpiar; adelgazar | ↔ purifier — rendre pur, ôter ce qu’il y a d’impur, de grossier, d’étranger. |