Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- brooding:
- brood:
-
Wiktionary:
- brooding → meditativo
- brood → incubar, empollar, empollar huevos
Engels
Uitgebreide vertaling voor brooding (Engels) in het Spaans
brooding:
-
the brooding (brood; sitting)
-
the brooding (reverie; deep-thinking)
Vertaal Matrix voor brooding:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caviloso | brooder; puzzle-head; worrier | |
empollada | brood; brooding; sitting | |
meditaciones | brooding; deep-thinking; reverie | consideration; considered opinion; daydreaming; meditation; musing; observation; reflection; reverie; thought |
preocuparse | brooding; deep-thinking; reverie | |
- | incubation; pensiveness | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
preocuparse | alarm; be worried; care for; to worry; worry about | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | broody; contemplative; meditative; musing; pensive; pondering; reflective; ruminative | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caviloso | brooding; fretting; worrisome; worrying |
Verwante woorden van "brooding":
Synoniemen voor "brooding":
Verwante definities voor "brooding":
Wiktionary: brooding
brooding
adjective
-
deeply or seriously thoughtful
- brooding → meditativo
brooding vorm van brood:
-
the brood (descendants; children; offspring; progeny; successors)
-
the brood (brooding; sitting)
-
the brood
-
the brood (young animals)
-
to brood (think; consider; ponder; cogitate; muse; wonder; reflect)
-
to brood (worry; bother; fret; mope)
cavilar; agotarse; agobiarse; atormentarse; enfurruñarse; amohinarse; dar vueltas a la cabeza-
cavilar werkwoord
-
agotarse werkwoord
-
agobiarse werkwoord
-
atormentarse werkwoord
-
enfurruñarse werkwoord
-
amohinarse werkwoord
-
dar vueltas a la cabeza werkwoord
-
-
to brood (fret; worry)
agotarse; amohinarse; atormentarse; aperrearse; enfurruñarse; estar de mal humor; dar vueltas a la cabeza; tener dificultades-
agotarse werkwoord
-
amohinarse werkwoord
-
atormentarse werkwoord
-
aperrearse werkwoord
-
enfurruñarse werkwoord
-
estar de mal humor werkwoord
-
dar vueltas a la cabeza werkwoord
-
tener dificultades werkwoord
-
Conjugations for brood:
present
- brood
- brood
- broods
- brood
- brood
- brood
simple past
- brooded
- brooded
- brooded
- brooded
- brooded
- brooded
present perfect
- have brooded
- have brooded
- has brooded
- have brooded
- have brooded
- have brooded
past continuous
- was brooding
- were brooding
- was brooding
- were brooding
- were brooding
- were brooding
future
- shall brood
- will brood
- will brood
- shall brood
- will brood
- will brood
continuous present
- am brooding
- are brooding
- is brooding
- are brooding
- are brooding
- are brooding
subjunctive
- be brooded
- be brooded
- be brooded
- be brooded
- be brooded
- be brooded
diverse
- brood!
- let's brood!
- brooded
- brooding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they