Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- briefing:
- brief:
-
Wiktionary:
- briefing → conferencia de prensa, revista de prensa
- brief → poner al tanto
- brief → resumen
- brief → conciso, sucinto, corto, breve
- brief → corto, breve, pliego de condiciones, causa, conciso, sucinto, mandato
Engels
Uitgebreide vertaling voor briefing (Engels) in het Spaans
briefing:
-
the briefing (instruction)
la instrucción
Vertaal Matrix voor briefing:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
instrucción | briefing; instruction | action statement; army order; assignment; college; command; cue; drilling; education; guidebook; handbook; instruction; instruction book; judicial inquiry; judicial investigation; lesson; manual; motto; order; parole; prescription; qualification; recommendation; regulation; schooling; shibboleth; statement; teaching; training; tuition |
Verwante woorden van "briefing":
Synoniemen voor "briefing":
Verwante definities voor "briefing":
Wiktionary: briefing
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• briefing | → conferencia de prensa | ↔ Pressekonferenz — Treffen, bei dem Personen öffentlichen Interesses aktuelle Informationen an Journalisten weitergegeben |
• briefing | → revista de prensa | ↔ revue de presse — Synthèse d’articles de presse écrite ayant un point commun, rédigée pour que quelqu’un pouvoir prendre connaissance de leur contenu rapidement. |
brief:
-
brief (concise; briefly worded; summarized; terse; condensed; succinct)
breve; sucinto; resumido; conciso; en resumen; recapitulado-
breve bijvoeglijk naamwoord
-
sucinto bijvoeglijk naamwoord
-
resumido bijvoeglijk naamwoord
-
conciso bijvoeglijk naamwoord
-
en resumen bijvoeglijk naamwoord
-
recapitulado bijvoeglijk naamwoord
-
-
brief (cursory; fast)
-
brief (briefly worded; summarized)
-
brief (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; close; casual; current; empty; null; short; informal; cursory)
perecedero; pasajero; transitorio-
perecedero bijvoeglijk naamwoord
-
pasajero bijvoeglijk naamwoord
-
transitorio bijvoeglijk naamwoord
-
Conjugations for brief:
present
- brief
- brief
- briefs
- brief
- brief
- brief
simple past
- briefed
- briefed
- briefed
- briefed
- briefed
- briefed
present perfect
- have briefed
- have briefed
- has briefed
- have briefed
- have briefed
- have briefed
past continuous
- was briefing
- were briefing
- was briefing
- were briefing
- were briefing
- were briefing
future
- shall brief
- will brief
- will brief
- shall brief
- will brief
- will brief
continuous present
- am briefing
- are briefing
- is briefing
- are briefing
- are briefing
- are briefing
subjunctive
- be briefed
- be briefed
- be briefed
- be briefed
- be briefed
- be briefed
diverse
- brief!
- let's brief!
- briefed
- briefing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor brief:
Verwante woorden van "brief":
Synoniemen voor "brief":
Verwante definities voor "brief":
Wiktionary: brief
brief
Cross Translation:
verb
-
to summarize
- brief → poner al tanto
-
a short news story or report
- brief → resumen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• brief | → corto; breve | ↔ kurz — wenig Zeit benötigend |
• brief | → breve | ↔ bref — Court, de peu de durée ou d’étendue |
• brief | → pliego de condiciones | ↔ cahier des charges — document |
• brief | → causa | ↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère. |
• brief | → conciso; sucinto | ↔ concis — Qui exprimer quelque chose le plus clairement possible avec un nombre de mots restreint. |
• brief | → corto | ↔ court — De petite longueur ou qui n’a pas la longueur moyenne des objets du même genre. |
• brief | → mandato | ↔ mandat — Traductions à trier suivant le sens |