Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
-
blunt:
- sin matizar; poco matizado; desmañado; bruto; insolente; descortés; aturdido; brusco; cruel; inhábil; mal criado; incivilizado; desafilado; boto; obtuso; embotado; sin punta; inesperadamente; imprevisible; imprevisto; impensado; repentino; abrupto; inesperado; de improviso; repentinamente; insospechado; de golpe y porrazo; de buenas a primeras; romo; crudo; duro; seco; secamente; súbito; pronto; abierto; directamente; claro; claramente; francamente; abiertamente; sin reserva; con franqueza; desnudo; puro; sin rodeos; no embellecido
- igualar; atontarse; embotarse; entorpecer; nivelar; embotar; embrutecerse; entorpecerse
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor blunt (Engels) in het Spaans
blunt:
-
blunt (over-simplified)
-
blunt
desmañado; bruto; insolente; descortés; aturdido; brusco; cruel; inhábil; mal criado; incivilizado; desafilado-
desmañado bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
descortés bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
cruel bijvoeglijk naamwoord
-
inhábil bijvoeglijk naamwoord
-
mal criado bijvoeglijk naamwoord
-
incivilizado bijvoeglijk naamwoord
-
desafilado bijvoeglijk naamwoord
-
-
blunt
-
blunt (out of the blue; unexpectedly; suddenly; sudden; all of a sudden; abrupt; all at once; at once)
inesperadamente; imprevisible; imprevisto; impensado; repentino; abrupto; inesperado; de improviso; repentinamente; insospechado; de golpe y porrazo; de buenas a primeras-
inesperadamente bijvoeglijk naamwoord
-
imprevisible bijvoeglijk naamwoord
-
imprevisto bijvoeglijk naamwoord
-
impensado bijvoeglijk naamwoord
-
repentino bijvoeglijk naamwoord
-
abrupto bijvoeglijk naamwoord
-
inesperado bijvoeglijk naamwoord
-
de improviso bijvoeglijk naamwoord
-
repentinamente bijvoeglijk naamwoord
-
insospechado bijvoeglijk naamwoord
-
de golpe y porrazo bijvoeglijk naamwoord
-
de buenas a primeras bijvoeglijk naamwoord
-
-
blunt (out of focus; blurred; dull)
-
blunt (straight; plain)
-
blunt (abrupt; curt; short; steep)
-
blunt (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; at once; abrupt; sudden; all at once; brusque; out of the blue; quick; swift; rapid; speedy; fast)
súbito; abrupto; insospechado; repentino; de buenas a primeras; pronto; inesperado; brusco; de golpe y porrazo; de improviso-
súbito bijvoeglijk naamwoord
-
abrupto bijvoeglijk naamwoord
-
insospechado bijvoeglijk naamwoord
-
repentino bijvoeglijk naamwoord
-
de buenas a primeras bijvoeglijk naamwoord
-
pronto bijvoeglijk naamwoord
-
inesperado bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
de golpe y porrazo bijvoeglijk naamwoord
-
de improviso bijvoeglijk naamwoord
-
-
blunt (explicit; crude; straightforward; frank; outspoken; straight; overt; openly; square; plain)
abierto; directamente; claro; claramente; francamente; abiertamente; sin reserva; con franqueza-
abierto bijvoeglijk naamwoord
-
directamente bijvoeglijk naamwoord
-
claro bijvoeglijk naamwoord
-
claramente bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
abiertamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin reserva bijvoeglijk naamwoord
-
con franqueza bijvoeglijk naamwoord
-
-
blunt (outspoken; frankly; forthright; outright; openly; frank; plain; straight; plain-spoken; genially)
desnudo; puro; directamente; sin rodeos; no embellecido-
desnudo bijvoeglijk naamwoord
-
puro bijvoeglijk naamwoord
-
directamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin rodeos bijvoeglijk naamwoord
-
no embellecido bijvoeglijk naamwoord
-
-
to blunt (become dull)
igualar; atontarse; embotarse; entorpecer; nivelar; embotar; embrutecerse; entorpecerse-
igualar werkwoord
-
atontarse werkwoord
-
embotarse werkwoord
-
entorpecer werkwoord
-
nivelar werkwoord
-
embotar werkwoord
-
embrutecerse werkwoord
-
entorpecerse werkwoord
-
Conjugations for blunt:
present
- blunt
- blunt
- blunts
- blunt
- blunt
- blunt
simple past
- blunted
- blunted
- blunted
- blunted
- blunted
- blunted
present perfect
- have blunted
- have blunted
- has blunted
- have blunted
- have blunted
- have blunted
past continuous
- was blunting
- were blunting
- was blunting
- were blunting
- were blunting
- were blunting
future
- shall blunt
- will blunt
- will blunt
- shall blunt
- will blunt
- will blunt
continuous present
- am blunting
- are blunting
- is blunting
- are blunting
- are blunting
- are blunting
subjunctive
- be blunted
- be blunted
- be blunted
- be blunted
- be blunted
- be blunted
diverse
- blunt!
- let's blunt!
- blunted
- blunting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor blunt:
Verwante woorden van "blunt":
Synoniemen voor "blunt":
Antoniemen van "blunt":
Verwante definities voor "blunt":
Wiktionary: blunt
blunt
Cross Translation:
verb
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• blunt | → escarpado; acantilado; brusco; desabrido; abrupto | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• blunt | → suavizar | ↔ adoucir — Rendre doux, tempérer l’âcreté de quelque chose d’aigre, de piquant, de salé. |
• blunt | → embotado; obtuso | ↔ contondant — Qui blesser sans percer ni couper, mais en faisant des contusions, comme un bâton, un marteau, etc. |
• blunt | → blando; suave; dulce; embotado; obtuso; apacible | ↔ doux — Traductions à trier suivant le sens. |
• blunt | → entorpecer | ↔ engourdir — rendre gourd, comme perclus et presque sans mouvement. |
• blunt | → embotado; obtuso | ↔ mousse — (vieilli) Qui est émoussé, qui a perdu son tranchant, en parlant d’une lame. |
• blunt | → embotado; obtuso | ↔ obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu. |
• blunt | → embotado; obtuso | ↔ terne — Qui n’a pas l’éclat qu’il doit avoir, ou qui en a peu en comparaison d’une autre chose. |
• blunt | → arromar; despuntar | ↔ émousser — Traductions à trier suivant le sens |