Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- blabbing:
-
blab:
- pasar; comunicar; hacer correr la voz; repasar; chismorrear; hablar; parlar; contar; difundir; parlanchinear; conversar; parlotear; delatar; traicionar; cantar; soltar; soplar; tirar de la manta; chivar; chivarse; denunciar; desertar; chascar; chasquear; babear; desalivar; babosear; desbabar; echar babas; chacharear; desvariar; charlar; hablar por hablar; cotorrear; echar una parrafada; cotillear; irse de la lengua
Engels
Uitgebreide vertaling voor blabbing (Engels) in het Spaans
blabbing:
-
blabbing (blabber; talkative; garrulous; communicative; chatty; loose-tongued; chattish; loose-lipped; silver-tongued; indiscrete; indiscreet; gossipy)
chismoso; cotilla; locuaz; parlanchín-
chismoso bijvoeglijk naamwoord
-
cotilla bijvoeglijk naamwoord
-
locuaz bijvoeglijk naamwoord
-
parlanchín bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor blabbing:
blab:
-
to blab (pass on; tell; feed)
pasar; comunicar; hacer correr la voz; repasar; chismorrear-
pasar werkwoord
-
comunicar werkwoord
-
hacer correr la voz werkwoord
-
repasar werkwoord
-
chismorrear werkwoord
-
-
to blab (talk; speak; rattle; have a conversation; tell; chatter; narrate; relate; chat)
hablar; parlar; hacer correr la voz; contar; comunicar; difundir; parlanchinear; conversar; parlotear; delatar-
hablar werkwoord
-
parlar werkwoord
-
hacer correr la voz werkwoord
-
contar werkwoord
-
comunicar werkwoord
-
difundir werkwoord
-
parlanchinear werkwoord
-
conversar werkwoord
-
parlotear werkwoord
-
delatar werkwoord
-
-
to blab (tip the scales; blurt out; let slip out)
delatar; traicionar; cantar; soltar; soplar; tirar de la manta-
delatar werkwoord
-
traicionar werkwoord
-
cantar werkwoord
-
soltar werkwoord
-
soplar werkwoord
-
tirar de la manta werkwoord
-
-
to blab (squeal; reveal; disclose; give away; inform against)
chivar; chivarse; traicionar; denunciar; chismorrear; difundir; desertar-
chivar werkwoord
-
chivarse werkwoord
-
traicionar werkwoord
-
denunciar werkwoord
-
chismorrear werkwoord
-
difundir werkwoord
-
desertar werkwoord
-
-
to blab (flap; blunder)
-
to blab (slaver; slobber; dribble; jabber; drone on; waffle; babble; talk rubbish; prattle; gab; chat; talk crap; prattle on; chatter)
babear; desalivar; babosear; desbabar; echar babas-
babear werkwoord
-
desalivar werkwoord
-
babosear werkwoord
-
desbabar werkwoord
-
echar babas werkwoord
-
-
to blab (tell tales; tattle)
-
to blab (twaddle; babble; prattle; talk crap; jabber; talk rot; gab; talk rubbish; rot; jaw; have a chat; chat; chatter; drivel; prattle on)
chacharear; desvariar; charlar; parlanchinear; hablar por hablar; cotorrear; echar una parrafada; parlotear-
chacharear werkwoord
-
desvariar werkwoord
-
charlar werkwoord
-
parlanchinear werkwoord
-
hablar por hablar werkwoord
-
cotorrear werkwoord
-
echar una parrafada werkwoord
-
parlotear werkwoord
-
-
to blab (blurt out; let slip out)
delatar; cotillear; chismorrear; irse de la lengua-
delatar werkwoord
-
cotillear werkwoord
-
chismorrear werkwoord
-
irse de la lengua werkwoord
-
Conjugations for blab:
present
- blab
- blab
- blabs
- blab
- blab
- blab
simple past
- blabbed
- blabbed
- blabbed
- blabbed
- blabbed
- blabbed
present perfect
- have blabbed
- have blabbed
- has blabbed
- have blabbed
- have blabbed
- have blabbed
past continuous
- was blabbing
- were blabbing
- was blabbing
- were blabbing
- were blabbing
- were blabbing
future
- shall blab
- will blab
- will blab
- shall blab
- will blab
- will blab
continuous present
- am blabbing
- are blabbing
- is blabbing
- are blabbing
- are blabbing
- are blabbing
subjunctive
- be blabbed
- be blabbed
- be blabbed
- be blabbed
- be blabbed
- be blabbed
diverse
- blab!
- let's blab!
- blabbed
- blabbing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they