Birth in het Spaans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor birth (Engels) in het Spaans

the birth (childbirth; delivery; confinement)
el alumbramiento; la procedencia
- alumbramiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- procedencia [la ~] zelfstandig naamwoord
the birth (descent; origin; ancestry; provenance; source; parentage)
el origen; la procedencia; la descendencia; la derivación
- origen [el ~] zelfstandig naamwoord
- procedencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- descendencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- derivación [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alumbramiento	birth; childbirth; confinement; delivery
derivación	ancestry; birth; descent; origin; parentage; provenance; source	river source; source; spring
descendencia	ancestry; birth; descent; origin; parentage; provenance; source	brood; children; descendant; descendants; descendent; offspring; progeny; successors
origen	ancestry; birth; descent; origin; parentage; provenance; source	bringing about; causing; data source; effect; origin; river source; roots; source; source provider; spring
procedencia	ancestry; birth; childbirth; confinement; delivery; descent; origin; parentage; provenance; source
-	birthing; giving birth; nascence; nascency; nativity; parentage; parturition
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bear; deliver; give birth; have

beginning; commencement; first; outset; get-go; start; kickoff; starting time; showtime; offset
nativity; nascency; nascence; change; alteration; modification
parturition; giving birth; birthing; organic process; biological process
parentage; kinship; family relationship; relationship
give birth; deliver; bear; have; produce; bring forth

the event of being born¹
- they celebrated the birth of their first child¹
a baby born; an offspring¹
- the overall rate of incidence of Down's syndrome is one in every 800 births¹
the process of giving birth¹
the kinship relation of an offspring to the parents¹
the time when something begins (especially life)¹
- they divorced after the birth of the child¹
- his election signaled the birth of a new age¹
cause to be born¹

birth

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• birth	→ nacimiento	↔ Geburt — Zeitpunkt nach der Entbindung
• birth	→ natividad; nacimiento	↔ geboorte — actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt en aan zijn zelfstandige leven begint
• birth	→ nacimiento	↔ naissance — Venue d’un être à la vie