Alive in het Spaans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor alive (Engels) in het Spaans

alive (living)
en vida; vivo; con vida
- en vida bijvoeglijk naamwoord
- vivo bijvoeglijk naamwoord
- con vida bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vivo		fastie; smart boy
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	active; alert; animated; awake; live
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
con vida	alive; living
en vida	alive; living
vivo	alive; living	active; agile; agitated; aroused; astute; bright; busily engaged; busy; calculating; canny; cheerful; clever; colorful; colourful; contented; cunning; dodgy; dynamic; embittered; energetic; engaged; exasperated; excited; false; fierce; florid; flowered; fluttered; fullfilled; gay; glad; good natured; good-humored; good-humoured; good-tempered; happy; heated; keen; lively; low; mean; merry; nasty; occupied; perky; pleased; resourceful; satiated; satisfied; sharp; shrewd; slippery; sly; smart; spruce; tied up; underhand; unquenched; unslaked; vicious; vile; wily; wise

capable of erupting¹
- the volcano is very much alive¹
possessing life¹
- the happiest person alive¹
- the nerve is alive¹
- doctors are working hard to keep him alive¹
- burned alive¹
having life or vigor or spirit¹
mentally perceptive and responsive¹
- alive to what is going on¹
(often followed by `with') full of life and spirit¹
- she was wonderfully alive for her age¹
- a face alive with mischief¹
in operation¹
- keep hope alive¹
- the tradition was still alive¹
(followed by `to' or `of') aware of¹
- is alive to the moods of others¹

alive

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• alive	→ vivo	↔ lebendig — lebend, am Leben, nicht tot
• alive	→ vivo; viviente	↔ vivant — Qui douer de vie.
• alive	→ vivir	↔ vivre — douer de vie, être en vie.