Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Lords:
  2. Lord:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor Lords (Engels) in het Spaans

Lords:

Lords [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Lords (House of Lords; Upper House)
    el Tribunal Supremo; la Cámara de los Lores; la Cámara Alta; el Primera Cámera

Vertaal Matrix voor Lords:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Cámara Alta House of Lords; Lords; Upper House Upper House
Cámara de los Lores House of Lords; Lords; Upper House
Primera Cámera House of Lords; Lords; Upper House
Tribunal Supremo House of Lords; Lords; Upper House Court of Appeal; High Court; House of Lords; Law Lords; Supreme Court; Supreme Court of Judicature; Upper House

Verwante woorden van "Lords":


Lords vorm van Lord:

Lord [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Lord (Jesus; Christ)
    el Jesus; el Jesucristo; el Cristo
    • Jesus [el ~] zelfstandig naamwoord
    • Jesucristo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • Cristo [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the Lord (God)
    el Dios
    • Dios [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Cristo Christ; Jesus; Lord
Dios God; Lord Creator; God; Heavenly Father; Lord of Heaven; Omnipotence; supreme being
Jesucristo Christ; Jesus; Lord
Jesus Christ; Jesus; Lord
- Almighty; Creator; Divine; God Almighty; Godhead; Jehovah; Maker; noble; nobleman

Verwante woorden van "Lord":


Verwante definities voor "Lord":

  1. terms referring to the Judeo-Christian God1
  2. a titled peer of the realm1

Wiktionary: Lord

Lord
proper noun
  1. Jesus
  2. God

Verwante vertalingen van Lords