Engels
Uitgebreide vertaling voor native (Engels) in het Spaans
native:
-
native
indígena; autóctono; nativo; natural de; original de; propio; particular; del país; personal; inherente a; propio de; característico de-
indígena bijvoeglijk naamwoord
-
autóctono bijvoeglijk naamwoord
-
nativo bijvoeglijk naamwoord
-
natural de bijvoeglijk naamwoord
-
original de bijvoeglijk naamwoord
-
propio bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
del país bijvoeglijk naamwoord
-
personal bijvoeglijk naamwoord
-
inherente a bijvoeglijk naamwoord
-
propio de bijvoeglijk naamwoord
-
característico de bijvoeglijk naamwoord
-
-
native (autochthonal; indigenous; domestic)
autóctono; interior; indígena; nativo; nacional; intestino; del país; original de; tierra adentro-
autóctono bijvoeglijk naamwoord
-
interior bijvoeglijk naamwoord
-
indígena bijvoeglijk naamwoord
-
nativo bijvoeglijk naamwoord
-
nacional bijvoeglijk naamwoord
-
intestino bijvoeglijk naamwoord
-
del país bijvoeglijk naamwoord
-
original de bijvoeglijk naamwoord
-
tierra adentro bijvoeglijk naamwoord
-
-
native (national; local)
-
native (indigenous; innate; local; aboriginal; natural; inborn)
indígena; nativo; natural de; original de; autóctono; aborígen-
indígena bijvoeglijk naamwoord
-
nativo bijvoeglijk naamwoord
-
natural de bijvoeglijk naamwoord
-
original de bijvoeglijk naamwoord
-
autóctono bijvoeglijk naamwoord
-
aborígen bijvoeglijk naamwoord
-
-
native (innate; inborn; natural)
ingénito; innato; instintivo-
ingénito bijvoeglijk naamwoord
-
innato bijvoeglijk naamwoord
-
instintivo bijvoeglijk naamwoord
-
-
native
– Of, pertaining to, or characteristic of something that is in its original form. 1
-
the native
-
the native (indigenous; aboriginal)
-
the native (local; inlander)
Vertaal Matrix voor native:
Verwante woorden van "native":
Synoniemen voor "native":
Antoniemen van "native":
Verwante definities voor "native":
Wiktionary: native
native
Cross Translation:
noun
-
person who is native to a place
- native → indígena
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• native | → nativo | ↔ natief — geboortig, naturel |
• native | → indígena | ↔ inheems — van oorsprong ergens voorkomend |
• native | → natural | ↔ gebürtig — in einem Ort geboren, von einem Ort, einer Gegend oder Land stammend |
• native | → indígena | ↔ indigen — fachsprachlich: in einem bestimmten Gebiet geboren, in einem bestimmten Gebiet beheimatet |
• native | → nativo | ↔ nativ — Medizin: angeboren |
• native | → indígena; interior | ↔ aborigène — anthropo|fr Qui est originaire du pays où il vivre. |
• native | → autóctono | ↔ autochtone — Qui est issu du lieu même où il se manifeste |
• native | → autóctono | ↔ autochtone — Se dit d’une espèce végétale ou animale originaire de l’endroit où on la trouve |
• native | → autóctono | ↔ autochtone — Dont la présence dans un lieu peut être établie depuis de nombreuses générations |
• native | → indígena | ↔ indigène — personne originaire du pays où il vivre. |