Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. uncle:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor uncle (Engels) in het Spaans

uncle:

uncle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the uncle
    el tío
    • tío [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uncle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tío uncle bloke; buster; chap; character; cock; cove; dick; dude; fellow; gent; guy; individual; lad; male; man; mister; penis; prick; rod; sod; type; willie

Verwante woorden van "uncle":

  • uncles

Synoniemen voor "uncle":


Antoniemen van "uncle":


Verwante definities voor "uncle":

  1. the brother of your father or mother; the husband of your aunt1
  2. a source of help and advice and encouragement1
    • he played uncle to lonely students1

Wiktionary: uncle

uncle
noun
  1. brother (or brother-in-law) of someone’s parent

Cross Translation:
FromToVia
uncle tío Onkel — 2. oder höheren Grades: Sohn von Großtante oder Großonkel irgendeinen Grades
uncle tío Onkel — 1. Grades: Bruder von Mutter oder Vater
uncle Urugay Utrecht — spelwoord voor de letter u
uncle tío oncle — fami|fr frère ou beau-frère du père ou de la mère.

Verwante vertalingen van uncle