Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- completely:
-
complete:
- totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo; enteramente; todo; entero; lleno; plenario; terminado; listo; llevado a cabo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido; completado
- finalizar; acabar; completar; dar fin a; terminar; complementar; perfeccionar; volver a llenar
-
Wiktionary:
- completely → enteramente, totalmente, completamente
- completely → completamente, entero, completo, enteramente
- complete → completo
- complete → cumplir, terminar
- complete → completar, acabar, terminar, íntegro, entero, completo, lleno, completamente, finalizar, concluir, lograr, total, absoluto, totalmente, rematar, llenar, todo, pleno
Engels
Uitgebreide vertaling voor completely (Engels) in het Spaans
completely:
-
completely (complete; total; fully; utterly; integral; utter)
totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
a tiempo completo bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
-
completely (utterly; totally; absolutely; fully; awfully; utter; terribly; outright)
totalmente; completamente; del todo; pertinente; entero; completo; indiscutible; enteramente; incondicional; absolutamente; sin limitación; total; íntegro; absoluto; por completo; sin reservas-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
pertinente bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
indiscutible bijvoeglijk naamwoord
-
enteramente bijvoeglijk naamwoord
-
incondicional bijvoeglijk naamwoord
-
absolutamente bijvoeglijk naamwoord
-
sin limitación bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
íntegro bijvoeglijk naamwoord
-
absoluto bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
sin reservas bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor completely:
Verwante woorden van "completely":
Synoniemen voor "completely":
Antoniemen van "completely":
Verwante definities voor "completely":
Wiktionary: completely
completely
Cross Translation:
adverb
-
-
- completely → enteramente; totalmente
-
to the fullest extent or degree
- completely → totalmente
-
in a complete manner
- completely → completamente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• completely | → completamente; entero; completo | ↔ compleet — volledig, voltallig |
• completely | → enteramente; completamente | ↔ entièrement — D'une manière entière. |
completely vorm van complete:
-
complete (completely; total; fully; utterly; integral; utter)
totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
a tiempo completo bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
-
complete (entire)
enteramente; completo; completamente; por completo; todo; total; totalmente; entero-
enteramente bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
todo bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
-
complete (plenary; full)
-
complete (over; accomplished; finished; achieved; completed; ready)
terminado; listo; llevado a cabo; completo; acabado; realizado; preparado; efectuado; ultimado; concluido-
terminado bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
llevado a cabo bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
acabado bijvoeglijk naamwoord
-
realizado bijvoeglijk naamwoord
-
preparado bijvoeglijk naamwoord
-
efectuado bijvoeglijk naamwoord
-
ultimado bijvoeglijk naamwoord
-
concluido bijvoeglijk naamwoord
-
-
complete (completed; round)
-
complete (everything; entirely; all; all of it)
-
to complete (accomplish; finish; bring to an end; end; get ready; get done)
-
to complete (improve; finish; perfect; make better; better)
-
to complete (finnish)
completar; complementar; perfeccionar; volver a llenar-
completar werkwoord
-
complementar werkwoord
-
perfeccionar werkwoord
-
volver a llenar werkwoord
-
Conjugations for complete:
present
- complete
- complete
- completes
- complete
- complete
- complete
simple past
- completed
- completed
- completed
- completed
- completed
- completed
present perfect
- have completed
- have completed
- has completed
- have completed
- have completed
- have completed
past continuous
- was completing
- were completing
- was completing
- were completing
- were completing
- were completing
future
- shall complete
- will complete
- will complete
- shall complete
- will complete
- will complete
continuous present
- am completing
- are completing
- is completing
- are completing
- are completing
- are completing
subjunctive
- be completed
- be completed
- be completed
- be completed
- be completed
- be completed
diverse
- complete!
- let's complete!
- completed
- completing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor complete:
Verwante woorden van "complete":
Synoniemen voor "complete":
Antoniemen van "complete":
Verwante definities voor "complete":
Wiktionary: complete
complete
Cross Translation:
adjective
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• complete | → completar; acabar; terminar | ↔ voltooien — ten einde brengen |
• complete | → íntegro; entero; completo | ↔ volledig — zonder iets ongedaan te laten |
• complete | → lleno | ↔ vol — geheel gevuld |
• complete | → completamente; entero; completo | ↔ compleet — volledig, voltallig |
• complete | → terminar; finalizar; acabar; concluir | ↔ beenden — (transitiv) mit etwas aufhören, etwas zum Abschluss bringen, eine Tätigkeit einstellen |
• complete | → completo | ↔ lückenlos — keine Lücken aufweisend |
• complete | → lograr | ↔ schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen |
• complete | → total | ↔ total — völlig, vollständig |
• complete | → completo; entero; íntegro; total; absoluto | ↔ vollständig — alle zu seiner Bestimmung nötigen Teile habend |
• complete | → entero; totalmente | ↔ völlig — gänzlich, vollständig, im höchsten möglichen Maß, Grad |
• complete | → acabar; rematar | ↔ achever — finir une chose commencer. |
• complete | → completo | ↔ complet — À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires. |
• complete | → llenar; completar | ↔ compléter — rendre complet. |
• complete | → completo; entero; todo; total; lleno; pleno | ↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue. |
• complete | → lleno | ↔ plein — Qui contient tout ce qu’il est capable de contenir ; il est opposé à vide. (Sens général). |