Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. violin:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. violín:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor violin (Engels) in het Spaans

violin:

violin [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the violin (fiddle)
    el violín; la violeta
    • violín [el ~] zelfstandig naamwoord
    • violeta [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor violin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violeta fiddle; violin
violín fiddle; violin violin-player; violinist
- fiddle
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
violeta lavender; lilac; purple; violet

Verwante woorden van "violin":

  • violins

Synoniemen voor "violin":


Verwante definities voor "violin":

  1. bowed stringed instrument that is the highest member of the violin family; this instrument has four strings and a hollow body and an unfretted fingerboard and is played with a bow1

Wiktionary: violin

violin
noun
  1. string instrument

Cross Translation:
FromToVia
violin violín Geige — Violine, aus der Viola da braccio hervorgegangenes Streichinstrument mit flachem Korpus und 4 Saiten, welche in G-D-A-E gestimmt sind
violin violín ViolineMusik: Aus der Viola da braccio hervorgegangenes Streichinstrument mit flachem Korpus und 4 Saiten, welche in G-D-A-E gestimmt sind
violin violín violon — Instrument de musique

Verwante vertalingen van violin



Spaans

Uitgebreide vertaling voor violin (Spaans) in het Engels

violín:

violín [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el violín (violeta)
    the violin; the fiddle
    • violin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fiddle [the ~] zelfstandig naamwoord

violín [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la violín (violinista)
    the violinist; the violin-player

Vertaal Matrix voor violín:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiddle violeta; violín
violin violeta; violín
violin-player violinista; violín
violinist violinista; violín
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiddle amañar; chapucear; embarullar; embrollar; enredar; hacer cosas de casa por afición; hacer labores; manipular; manosear

Verwante woorden van "violín":

  • violines

Wiktionary: violín

violín
noun
  1. instrument
  2. string instrument

Cross Translation:
FromToVia
violín violin; fiddle Geige — Violine, aus der Viola da braccio hervorgegangenes Streichinstrument mit flachem Korpus und 4 Saiten, welche in G-D-A-E gestimmt sind
violín violin ViolineMusik: Aus der Viola da braccio hervorgegangenes Streichinstrument mit flachem Korpus und 4 Saiten, welche in G-D-A-E gestimmt sind
violín violin; fiddle violon — Instrument de musique

Verwante vertalingen van violin