Hotel: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

hotel:
- hotel; habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado; fonda
Wiktionary:
- hotel → hotel, albergue

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

hotel:
- hotel; hotel business; hotel industry
Wiktionary:
- hotel → hotel

Engels

Uitgebreide vertaling voor hotel (Engels) in het Spaans

hotel:

hotel [the ~] zelfstandig naamwoord

the hotel (hotel business)
el hotel; la habitación; el hostal; la empresa hotelera; la casa de huéspedes; la pensión; el internado
- hotel [el ~] zelfstandig naamwoord
- habitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- hostal [el ~] zelfstandig naamwoord
- empresa hotelera [la ~] zelfstandig naamwoord
- casa de huéspedes [la ~] zelfstandig naamwoord
- pensión [la ~] zelfstandig naamwoord
- internado [el ~] zelfstandig naamwoord
the hotel (inn; guest house; accommodation)

– a building where travelers can pay for lodging and meals and other services ¹
la casa de huéspedes; la fonda
- casa de huéspedes [la ~] zelfstandig naamwoord
- fonda [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hotel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
casa de huéspedes	accommodation; guest house; hotel; hotel business; inn	boarding house; boardinghouse; guest house; lodging; pension
empresa hotelera	hotel; hotel business	hotel business; hotel industry; hotel trade; hotels
fonda	accommodation; guest house; hotel; inn	buffet; cold buffet
habitación	hotel; hotel business	accommodation; boarding house; building; facility; guest house; habitation; house; housing; lodging; lodgings; occupation; pension; premises; quarters; residence; shelter
hostal	hotel; hotel business	hotel business; hotel industry
hotel	hotel; hotel business	hotel business; hotel industry
internado	hotel; hotel business	boarding school; boardinghouse; institution; lodging; pension
pensión	hotel; hotel business	annual allowance; annuity; board; boarding house; boardinghouse; guest house; lodging; old age pension; pension; social security contribution

Verwante woorden van "hotel":

hotels

Synoniemen voor "hotel":

building; edifice

Verwante definities voor "hotel":

a building where travelers can pay for lodging and meals and other services¹

Wiktionary: hotel

Cross Translation:

From	To	Via
• hotel	→ hotel	↔ Hotel — Beherbergungsbetrieb, der neben Raum zur Unterbringung, Verpflegung und Aufenthalt von Gast auch über eine Rezeption verfügt
• hotel	→ hotel; albergue	↔ hôtel — Établissement d’hébergement

Verwante vertalingen van hotel

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hotel (Spaans) in het Engels

hotel:

hotel [el ~] zelfstandig naamwoord

el hotel (habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado)
the hotel; the hotel business
- hotel [the ~] zelfstandig naamwoord
- hotel business [the ~] zelfstandig naamwoord
el hotel (empresa hotelera; hostelería; hostal; industria hotelera; ramo hotelero)
the hotel industry; the hotel business
- hotel industry [the ~] zelfstandig naamwoord
- hotel business [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hotel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hotel	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hotel; internado; pensión	casa de huéspedes; fonda
hotel business	casa de huéspedes; empresa hotelera; habitación; hostal; hostelería; hotel; industria hotelera; internado; pensión; ramo hotelero	empresa hotelera; hostelería; industria hotelera; ramo hotelero
hotel industry	empresa hotelera; hostal; hostelería; hotel; industria hotelera; ramo hotelero	empresa de hostelería; empresa hotelera; hostelería; industria hotelera; ramo hotelero

Verwante woorden van "hotel":

hoteles

Wiktionary: hotel

Cross Translation:

From	To	Via
• hotel	→ hotel	↔ Hotel — Beherbergungsbetrieb, der neben Raum zur Unterbringung, Verpflegung und Aufenthalt von Gast auch über eine Rezeption verfügt
• hotel	→ hotel	↔ hôtel — Établissement d’hébergement

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: hotel

Uitgebreide vertaling voor hotel (Engels) in het Spaans

hotel:

hotel [the ~] zelfstandig naamwoord

the hotel (hotel business)

the hotel (inn; guest house; accommodation)

Vertaal Matrix voor hotel:

Verwante woorden van "hotel":

Synoniemen voor "hotel":

Verwante definities voor "hotel":

Wiktionary: hotel

Verwante vertalingen van hotel

Uitgebreide vertaling voor hotel (Spaans) in het Engels

hotel:

hotel [el ~] zelfstandig naamwoord

el hotel (habitación; hostal; empresa hotelera; casa de huéspedes; pensión; internado)

el hotel (empresa hotelera; hostelería; hostal; industria hotelera; ramo hotelero)

Vertaal Matrix voor hotel:

Verwante woorden van "hotel":

Wiktionary: hotel

Verwante vertalingen van hotel