Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- packed:
- pack:
-
Wiktionary:
- packed → empaquetado, repleto, colmado
- pack → jauría
- pack → manada, hacer el equipaje, empaquetar, embalar
Engels
Uitgebreide vertaling voor packed (Engels) in het Spaans
packed:
-
packed (full; crammed)
atestado de-
atestado de bijvoeglijk naamwoord
-
-
packed (ready to go)
-
packed (full to the brim; overcrowded; chockfull; crammed; crowded; chock-a-block)
a tope; muy lleno; hasta los topes; repleto; abarrotado; de bote en bote-
a tope bijvoeglijk naamwoord
-
muy lleno bijvoeglijk naamwoord
-
hasta los topes bijvoeglijk naamwoord
-
repleto bijvoeglijk naamwoord
-
abarrotado bijvoeglijk naamwoord
-
de bote en bote bijvoeglijk naamwoord
-
-
packed (chock-full; crammed)
repleto; atestado; abarrotado; rebosante; atiborrado; de bote en bote; hasta los topes-
repleto bijvoeglijk naamwoord
-
atestado bijvoeglijk naamwoord
-
abarrotado bijvoeglijk naamwoord
-
rebosante bijvoeglijk naamwoord
-
atiborrado bijvoeglijk naamwoord
-
de bote en bote bijvoeglijk naamwoord
-
hasta los topes bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor packed:
Verwante woorden van "packed":
Synoniemen voor "packed":
Verwante definities voor "packed":
Wiktionary: packed
packed
adjective
-
put into a package
- packed → empaquetado
-
filled with a large number or large quantity
- packed → repleto
-
filled to capacity
packed vorm van pack:
-
to pack (package; wrap; wrap up; bale; crate; board)
-
to pack (wrap up)
-
to pack (compress; press together)
comprimir; apretar; concentrarse; prensar; estrujar-
comprimir werkwoord
-
apretar werkwoord
-
concentrarse werkwoord
-
prensar werkwoord
-
estrujar werkwoord
-
-
to pack
– To package your publication files by using the Pack and Go Wizard. 2empaquetar-
empaquetar werkwoord
-
Conjugations for pack:
present
- pack
- pack
- packs
- pack
- pack
- pack
simple past
- packed
- packed
- packed
- packed
- packed
- packed
present perfect
- have packed
- have packed
- has packed
- have packed
- have packed
- have packed
past continuous
- was packing
- were packing
- was packing
- were packing
- were packing
- were packing
future
- shall pack
- will pack
- will pack
- shall pack
- will pack
- will pack
continuous present
- am packing
- are packing
- is packing
- are packing
- are packing
- are packing
subjunctive
- be packed
- be packed
- be packed
- be packed
- be packed
- be packed
diverse
- pack!
- let's pack!
- packed
- packing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor pack:
Verwante woorden van "pack":
Synoniemen voor "pack":
Antoniemen van "pack":
Verwante definities voor "pack":
Wiktionary: pack
pack
Cross Translation:
noun
-
number of hounds or dogs
- pack → jauría
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pack | → manada | ↔ Rudel — Zusammenschluss einer größeren Anzahl von bestimmten, wild lebenden Säugetierarten, kleiner als Herde |
• pack | → hacer el equipaje | ↔ packen — etwas zusammenlegen, zusammenfalten, wegräumen, in eine gepackte Form (Bündel, Packen, Paket) bringen, zubinden, zusammenkleben, in eine Verpackung tun |
• pack | → empaquetar; embalar | ↔ emballeren — (overgankelijk) inpakken op grote schaal |