Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- barren:
- Wiktionary:
Spaans naar Engels: Meer gegevens...
- barrer:
-
Wiktionary:
- barrer → sweep
- barrer → sweep clean, sweep, whisk
Engels
Uitgebreide vertaling voor barren (Engels) in het Spaans
barren:
-
barren (inhospitable)
-
barren (dry; scorched; withered; parced)
-
barren (hairless; bald; without hair)
-
barren (infertile; sterile)
estéril; improductivo; infecundo; infértil; no fértil-
estéril bijvoeglijk naamwoord
-
improductivo bijvoeglijk naamwoord
-
infecundo bijvoeglijk naamwoord
-
infértil bijvoeglijk naamwoord
-
no fértil bijvoeglijk naamwoord
-
-
barren (unfruitful; poor)
flaco; árido; deficiente; estéril; exiguo; reseco; ineficaz; infecundo; no fértil; de poco calibre; de menor calibre-
flaco bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
deficiente bijvoeglijk naamwoord
-
estéril bijvoeglijk naamwoord
-
exiguo bijvoeglijk naamwoord
-
reseco bijvoeglijk naamwoord
-
ineficaz bijvoeglijk naamwoord
-
infecundo bijvoeglijk naamwoord
-
no fértil bijvoeglijk naamwoord
-
de poco calibre bijvoeglijk naamwoord
-
de menor calibre bijvoeglijk naamwoord
-
-
barren (bare)
Vertaal Matrix voor barren:
Verwante woorden van "barren":
Synoniemen voor "barren":
Verwante definities voor "barren":
Spaans
Uitgebreide vertaling voor barren (Spaans) in het Engels
barren vorm van barrer:
-
barrer (escoltar; acompañar; conducir; arrojar; convoyar; echar)
-
barrer (borrar; erradicar; derribar; hacer desaparecer; limpiar)
-
barrer (cepillar; frotar)
-
barrer (barbechar)
-
barrer
to sweep away -
barrer (recoger)
-
barrer (limpiar con cepillo)
to brush clean
Conjugations for barrer:
presente
- barro
- barres
- barre
- barremos
- barréis
- barren
imperfecto
- barría
- barrías
- barría
- barríamos
- barríais
- barrían
indefinido
- barrí
- barriste
- barrió
- barrimos
- barristeis
- barrieron
fut. de ind.
- barreré
- barrerás
- barrerá
- barreremos
- barreréis
- barrerán
condic.
- barrería
- barrerías
- barrería
- barreríamos
- barreríais
- barrerían
pres. de subj.
- que barra
- que barras
- que barra
- que barramos
- que barráis
- que barran
imp. de subj.
- que barriera
- que barrieras
- que barriera
- que barriéramos
- que barrierais
- que barrieran
miscelánea
- ¡barre!
- ¡barred!
- ¡no barras!
- ¡no barráis!
- barrido
- barriendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes