Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. neutral:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. neutral:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor neutral (Engels) in het Spaans

neutral:

neutral bijvoeglijk naamwoord

  1. neutral (undenominational; impartial)
    neutro
    • neutro bijvoeglijk naamwoord
  2. neutral (objective; unbiased; impartial)
    objetivo; imparcial; sobrio; desapasionado

neutral [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the neutral (free wheel)
    el pasota
    • pasota [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor neutral:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objetivo aim; close-up lens; dedication; design; devotion; effort; exertion; final destination; goal; idea; insistence; intention; mark; objective; plan; scheme; target; target value; ultimate goal; urgency
pasota free wheel; neutral
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- achromatic; electroneutral; impersonal; indifferent; inert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desapasionado impartial; neutral; objective; unbiased
imparcial impartial; neutral; objective; unbiased indifferent
neutro impartial; neutral; undenominational odorless; odour-free; odourless; scentless; sexless
objetivo impartial; neutral; objective; unbiased businesslike; cool
sobrio impartial; neutral; objective; unbiased businesslike; cool; demure; grave; sedate; sober

Verwante woorden van "neutral":

  • neutrals, neutrally

Synoniemen voor "neutral":


Antoniemen van "neutral":


Verwante definities voor "neutral":

  1. having no net electric charge1
  2. having no hue1
    • neutral colors like black or white1
  3. lacking distinguishing quality or characteristics1
    • a neutral personality that made no impression whatever1
  4. not supporting or favoring either side in a war, dispute, or contest1
  5. having no personal preference1
    • a neutral observer1
  6. possessing no distinctive quality or characteristics1
  7. having only a limited ability to react chemically; chemically inactive1
  8. one who does not side with any party in a war or dispute1

Wiktionary: neutral

neutral
noun
  1. position of gears
adjective
  1. not taking sides in a conflict such as war

Cross Translation:
FromToVia
neutral neutro; neutral neutraal — geen partij kiezend in een conflict



Spaans

Uitgebreide vertaling voor neutral (Spaans) in het Engels

neutral:

neutral bijvoeglijk naamwoord

  1. neutral (inodoro; neutro; sin olor)
    odourless; scentless; odour-free; odorless

Vertaal Matrix voor neutral:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
odorless inodoro; neutral; neutro; sin olor
odourless inodoro; neutral; neutro; sin olor
scentless inodoro; neutral; neutro; sin olor
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
odour-free inodoro; neutral; neutro; sin olor

Verwante woorden van "neutral":

  • neutrales

Synoniemen voor "neutral":


Wiktionary: neutral

neutral
adjective
  1. not taking sides in a conflict such as war
  2. archaic: neither the one thing nor the other

Cross Translation:
FromToVia
neutral impartial; neutral neutraal — geen partij kiezend in een conflict