Tic: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

tic:
- manía; tic; tic nervioso
Wiktionary:
- tic → tic

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

tic:
- quirk; twitch; nervous spasm; nervous tremor; tic; characteristic; trait; feature; streak; tick
Wiktionary:
- tic → jerk, tic, twitch
- tic → feature

Engels

Uitgebreide vertaling voor tic (Engels) in het Spaans

tic:

tic [the ~] zelfstandig naamwoord

the tic (nervous tremor; quirk)
la manía; el tic
- manía [la ~] zelfstandig naamwoord
- tic [el ~] zelfstandig naamwoord
the tic (nervous spasm; quirk; twitch; nervous tremor)
el tic; el tic nervioso
- tic [el ~] zelfstandig naamwoord
- tic nervioso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tic:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
manía	nervous tremor; quirk; tic	caprice; craze; exaggerated love; fad; fancy; mania; mood; quirk; rage; spur of the moment; whim
tic	nervous spasm; nervous tremor; quirk; tic; twitch	characteristic; feature; streak; tick; trait
tic nervioso	nervous spasm; nervous tremor; quirk; tic; twitch

Verwante woorden van "tic":

tics

Synoniemen voor "tic":

twitch; twitching; vellication

Verwante definities voor "tic":

a local and habitual twitching especially in the face¹

Wiktionary: tic

tic

noun

A local and habitual convulsive motion of certain muscles
- tic → tic

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tic (Spaans) in het Engels

tic:

tic [el ~] zelfstandig naamwoord

el tic (tic nervioso)
the quirk; the twitch; the nervous spasm; the nervous tremor; the tic
- quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
- twitch [the ~] zelfstandig naamwoord
- nervous spasm [the ~] zelfstandig naamwoord
- nervous tremor [the ~] zelfstandig naamwoord
- tic [the ~] zelfstandig naamwoord
el tic (característica; peculiaridad de carácter; rasgo; peculiaridad; rasgo característico; rasgo de carácter; tic característico)
the characteristic; the trait; the feature; the streak
- characteristic [the ~] zelfstandig naamwoord
- trait [the ~] zelfstandig naamwoord
- feature [the ~] zelfstandig naamwoord
- streak [the ~] zelfstandig naamwoord
el tic (manía)
the nervous tremor; the tic; the quirk
- nervous tremor [the ~] zelfstandig naamwoord
- tic [the ~] zelfstandig naamwoord
- quirk [the ~] zelfstandig naamwoord
el tic
the tick
– A regular, rapidly recurring signal emitted by a clocking circuit. ²
- tick [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tic:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
characteristic	característica; peculiaridad; peculiaridad de carácter; rasgo; rasgo característico; rasgo de carácter; tic; tic característico	atributo; caracterización; característica; cualidad; definición de carácter; descripción de carácter; particularidad; peculiaridad; pintura de caracteres; plumazo; propiedad; rasgo; rasgo característico; sello; señal; signo distintivo; tipificación
feature	característica; peculiaridad; peculiaridad de carácter; rasgo; rasgo característico; rasgo de carácter; tic; tic característico	atributo; capítulo; caracterización; característica; cualidad; definición de carácter; descripción de carácter; facción; función; particularidad; peculiaridad; pintura de caracteres; plumazo; propiedad; rasgo; rasgo característico; rúbrica; sello; señal; signo distintivo; tipificación; titular
nervous spasm	tic; tic nervioso
nervous tremor	manía; tic; tic nervioso
quirk	manía; tic; tic nervioso	capricho; humor; mal humor; manía
streak	característica; peculiaridad; peculiaridad de carácter; rasgo; rasgo característico; rasgo de carácter; tic; tic característico	arañazo; centelleo; destello; diablo; flash; flecha; línea; pobre; pobrecito; raya; rayo; relámpago; trazo
tic	manía; tic; tic nervioso
tick	tic	garrapata; tictac
trait	característica; peculiaridad; peculiaridad de carácter; rasgo; rasgo característico; rasgo de carácter; tic; tic característico	característica; cualidad; rasgo
twitch	tic; tic nervioso
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tick		alterar; cobrar; desordenar; excitar; fomentar; interrumpir; marcar; mencionar de paso; perturbar; ponerle visto a; rozar; rozar apenas; tocar; tocar apenas; tocar un momento; tocar un poco; trastornar
twitch		tener convulsiones
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
characteristic		caracterizante; característico; característico de; curioso; descriptivo; distintivo; específico; ilustrativo; particular; peculiar; singular; típico; típico de

Verwante woorden van "tic":

tics

Synoniemen voor "tic":

gesticulación; gesto; mímica; mueca; mohín

Wiktionary: tic

tic

noun

sudden, uncontrolled movement
- jerk → repullo; tic; estremecimiento; espasmo
A local and habitual convulsive motion of certain muscles
- tic → tic
brief, small (sometimes involuntary) movement out of place and then back again
- twitch → tic

Cross Translation:

From	To	Via
• tic	→ feature	↔ trek — iets dat iemand karakteriseert

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: tic

Uitgebreide vertaling voor tic (Engels) in het Spaans

tic:

tic [the ~] zelfstandig naamwoord

the tic (nervous tremor; quirk)

the tic (nervous spasm; quirk; twitch; nervous tremor)

Vertaal Matrix voor tic:

Verwante woorden van "tic":

Synoniemen voor "tic":

Verwante definities voor "tic":

Wiktionary: tic

Uitgebreide vertaling voor tic (Spaans) in het Engels

tic:

tic [el ~] zelfstandig naamwoord

el tic (tic nervioso)

el tic (característica; peculiaridad de carácter; rasgo; peculiaridad; rasgo característico; rasgo de carácter; tic característico)

el tic (manía)

el tic

Vertaal Matrix voor tic:

Verwante woorden van "tic":

Synoniemen voor "tic":

Wiktionary: tic

Verwante vertalingen van tic