Shamelessness: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

shamelessness:
- frescura; descaro; grosería; impertinencia; desfachatez; desvergüenza; indecencia
shameless:
- desmañado; palurdo; sin vergüenza; bruto; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; demasiado desenvuelto; con desenvoltura; impúdico
Wiktionary:
- shamelessness → sinvergonzonería, desvergüenza
- shameless → sin, vergüenza
- shameless → impúdico

Engels

Uitgebreide vertaling voor shamelessness (Engels) in het Spaans

shamelessness:

shamelessness [the ~] zelfstandig naamwoord

the shamelessness (impudence; insolence; impertinence; brazenness; effrontery)
la frescura; el descaro; la grosería; la impertinencia; la desfachatez; la desvergüenza; la indecencia
- frescura [la ~] zelfstandig naamwoord
- descaro [el ~] zelfstandig naamwoord
- grosería [la ~] zelfstandig naamwoord
- impertinencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- desfachatez [la ~] zelfstandig naamwoord
- desvergüenza [la ~] zelfstandig naamwoord
- indecencia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor shamelessness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
descaro	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	boldness; brutality; forwardness; impertinence; impudence; insolence; rudeness
desfachatez	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	boldness; brutality; forwardness; impertinence; impudence; insolence; rudeness
desvergüenza	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	boldness; brutality; impertinence; impudence; insolence; rudeness
frescura	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	air of distance; boldness; brutality; chilliness; cold; coldness; cool; coolness; detachment; forwardness; freshness; impertinence; impudence; insolence; newness; rudeness
grosería	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	boldness; boorishness; brutality; caddishness; coarseness; crassness; crudeness; discourtesy; impertinence; impropriety; impudence; insolence; roughness; rudeness; unmannerliness; unreasonableness
impertinencia	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	boldness; boorishness; brutality; forwardness; impertinence; impoliteness; impudence; insolence; rudeness
indecencia	brazenness; effrontery; impertinence; impudence; insolence; shamelessness	contamination; dirtyness; filthiness; impropriety; indecency; obscenity; pollution; ribaldry; rudeness; scurviness; smut; smutty talk; unchastity; unmannerliness; unreasonableness
-	brazenness

Verwante woorden van "shamelessness":

shameless

Synoniemen voor "shamelessness":

brazenness; boldness; daring; hardiness; hardihood

Verwante definities voor "shamelessness":

behavior marked by a bold defiance of the proprieties and lack of shame¹

Wiktionary: shamelessness

shamelessness

noun

The state or characteristic of being without shame
- shamelessness → sinvergonzonería; desvergüenza

shamelessness vorm van shameless:

shameless bijvoeglijk naamwoord

shameless (insolent; impudent; presumptuous; overbearing; arrogant)
desmañado; palurdo; sin vergüenza; bruto; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; demasiado desenvuelto; con desenvoltura
- desmañado bijvoeglijk naamwoord
- palurdo bijvoeglijk naamwoord
- sin vergüenza bijvoeglijk naamwoord
- bruto bijvoeglijk naamwoord
- zote bijvoeglijk naamwoord
- sin respeto bijvoeglijk naamwoord
- fresco bijvoeglijk naamwoord
- rural bijvoeglijk naamwoord
- campesino bijvoeglijk naamwoord
- torpe bijvoeglijk naamwoord
- grosero bijvoeglijk naamwoord
- descarado bijvoeglijk naamwoord
- nacional bijvoeglijk naamwoord
- maleducado bijvoeglijk naamwoord
- incapaz bijvoeglijk naamwoord
- rústico bijvoeglijk naamwoord
- impertinente bijvoeglijk naamwoord
- tosco bijvoeglijk naamwoord
- aturdido bijvoeglijk naamwoord
- fastidioso bijvoeglijk naamwoord
- insolente bijvoeglijk naamwoord
- arrogante bijvoeglijk naamwoord
- pastoral bijvoeglijk naamwoord
- aldeano bijvoeglijk naamwoord
- desvergonzado bijvoeglijk naamwoord
- campestre bijvoeglijk naamwoord
- descortés bijvoeglijk naamwoord
- zafio bijvoeglijk naamwoord
- pastoril bijvoeglijk naamwoord
- de pueblo bijvoeglijk naamwoord
- mal educado bijvoeglijk naamwoord
- inhábil bijvoeglijk naamwoord
- mastuerzo bijvoeglijk naamwoord
- desfachatado bijvoeglijk naamwoord
- en estado natural bijvoeglijk naamwoord
- demasiado desenvuelto bijvoeglijk naamwoord
- con desenvoltura bijvoeglijk naamwoord
shameless (impudent)
impúdico; descarado
- impúdico bijvoeglijk naamwoord
- descarado bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor shameless:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aldeano		bastard; boor; churl; clodhopper; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine; villager; yokel
bruto		asshole; barbarian; bastard; blackguard; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; cruel person; dolt; duffer; fiend; hulk; ill-mannered brute; jerk; lout; lubber; madman; oaf; prole; rennet; ruffian; shithead; slob; swine; thug; tough; unlicked cub; yokel
campesino		agrarian; agricultral worker; agricultural laborer; agricultural labourer; agriculturist; bastard; boor; churl; clodhopper; clumsy fellow; country lad; countryman; cultivator; farmer; hulk; ill-mannered brute; lout; peasant boy; prole; rancher; slob; swine; yokel
descarado		boor; rude fellow
fastidioso		bully; nuisance; teaser; tormentor
fresco		chilliness; cold; coldness; cool; coolness; fault; fresco; immorality; sin; vice
grosero		bastard; booby; boor; boorishness; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; discourtesy; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; oaf; prole; rude fellow; rudeness; slob; swine; yokel
mal educado		bastard; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; oaf; prole; slob; swine; yokel
maleducado		bastard; boor; brute; churl; clumsy fellow; hulk; ill-mannered brute; lout; prole; slob; swine
mastuerzo		bastard; boor; churl; clot; clumsy fellow; dab; dollop; hulk; ill-mannered brute; lout; lump; prole; slob; swine
palurdo		asshole; bastard; booby; boor; churl; clodhopper; clumsy fellow; dirty bastard; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; oaf; prole; slob; son-of-a-bitch; swine; yokel
pastoral		pastoral song
torpe		bastard; booby; boor; brute; churl; clodhopper; clumsy fellow; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; lubber; oaf; prole; slob; swine; unlicked cub; yokel
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nacional	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	autochthonal; domestic; indigenous; internal; local; national; native; rural; rustic
-	unblushing
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
campestre		countryish; rural
inhábil		clumsy; loutish
rural		countryish; rural
torpe		clumsy; loutish
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	unabashed; unashamed; unblushing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aldeano	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
arrogante	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	arrogant; condescending; depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; high-handed; overbearing; presumptuous; pretentious; proud; self-satisfied; slighting; stuck-up; supercilious; superior
aturdido	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	amazed; astonished; baffled; blank; blunt; boorish; dazed; dazzled; dopey; dozy; drowsy; dull; dumb; dumbfounded; flabbergasted; fuzzy; ill-bred; in a state; inarticulate; mindless; muzzy; perplexed; rude; rustic; shaken; sleepy; soporific; speechless; staggered; stunned; stupefied; taken by surprise; unmannerly; upset
bruto	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abominable; agressive; banal; barbaric; beastly; below the belt; bestial; blunt; boorish; brutal; coarse; commonplace; cruel; gross; gruesome; heinous; ill-bred; indecent; inhuman; inhumane; nasty; objectionable; offending; offensive; pityless; rotten; rude; rustic; ruthless; seedy; shabby; trite; trivial; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly; unprocessed; unsavory; unsavoury; vapid; violent; vulgar
campesino	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
campestre	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
con desenvoltura	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
de pueblo	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
demasiado desenvuelto	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	bold
descarado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	bold; indelicate; indiscreet
descortés	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	blunt; boorish; discourteous; ill-bred; ill-mannered; impertinent; impolite; indecent; indelicate; indiscreet; insolent; loutish; oafish; objectionable; offending; offensive; rude; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly; untrue
desfachatado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	bold
desmañado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abstemious; ailing; awkward; blunt; boorish; bungling; clumsy; doltish; fumbling; gawky; ill-bred; indecent; inept; lanky; loutish; maladroit; not very good; objectionable; offending; offensive; owlish; poor; rude; rustic; shaky; stiff; uncivilised; uncivilized; uneasy; uneducated; unhandy; unmannerly; wooden; wretched
desvergonzado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	audacious; ill-mannered; immoral; impertinent; improper; inappropriate; indecent; indelicat; indelicate; objectionable; offending; offensive; out of place; rude; sanguine; tactless; uncalled for; unfeeling; unseemly; unsuitable
en estado natural	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
fastidioso	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	aggravating; annoying; bold; boring; bothersome; dawdling; deadly dull; dragging; drooping; exasperating; inactive; inconvenient; incriminating; indolent; inert; languid; lazy; limp; lingering; listless; nagging; nasty; passive; provoking; shuffling; slow; slow of understanding; sluggish; sly; spiritless; tantalising; tantalizing; tardy; tormenting; tough; tricky; troublesome
fresco	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	airy; audacious; casual; chilli; chilly; clammy; cold; cold and damp; cool; cooled; cooling; coolly; early youth; freezing; fresh; freshly-baked; frosty; frozen; ill-mannered; impertinent; light-hearted; little fresh; new; playful; sanguine; somewhat cold; tender age; unspoiled; untainted; youthfully immature
grosero	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abominable; abusive; barbaric; base; big-boned; bold; boorish; brutal; coarse; commonplace; crass; crude; cruel; cunning; discourteous; doggish; false; gross; gruesome; heavily-built; hefty; heinous; ill-bred; ill-mannered; impertinent; impolite; indecent; inhuman; inhumane; insolent; loutish; low; mean; nasty; oafish; objectionable; offending; offensive; pedestrian; rude; rustic; seedy; sharp; shrewd; slippery; sly; stocky; uncivilised; uncivilized; underhand; uneducated; unmannerly; unsavory; unsavoury; vicious; vile; villainous; vulgar
impertinente	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	audacious; bold; cheeky; ill-mannered; impertinent; sanguine; saucy
impúdico	impudent; shameless	amoral; immoral; indecent
incapaz	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	boorish; ill-bred; incapable; incompetent; inexpert; inferior; rude; rustic; unmannerly; unsound
inhábil	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abstemious; ailing; awkward; blunt; boorish; bungling; clumsy; doltish; fumbling; gawky; ill-bred; inept; lanky; loutish; maladroit; not very good; owlish; poor; rude; rustic; shaky; stiff; uneasy; unhandy; unmannerly; wooden; wretched
insolente	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	arrogant; blunt; boorish; condescending; doggish; haughty; high-handed; ill-bred; indecent; objectionable; offending; offensive; overbearing; presumptuous; pretentious; rude; rustic; self-satisfied; stuck-up; supercilious; superior; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly
mal educado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	audacious; bald; bold; boorish; cunning; icy; ill-bred; ill-mannered; immoral; impertinent; lack of moral; obscene; rude; rustic; sanguine; sleek; slippery; slithery; smooth; smoothly; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly
maleducado	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	boorish; discourteous; ill-bred; ill-mannered; impertinent; impolite; indecent; insolent; loutish; oafish; offensive; rude; rustic; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly
mastuerzo	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abstemious; awkward; boorish; clumsy; doltish; fumbling; gawky; ill-bred; not very good; owlish; poor; rude; rustic; stiff; uneasy; unhandy; unmannerly; wooden
palurdo	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	boorish; ill-bred; indecent; objectionable; offending; offensive; rude; rustic; unmannerly
pastoral	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	God-fearing; bucolic; concerning herdsmen; devout; pastoral; pious; religious; rural; rustic; spiritual
pastoril	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	bucolic; rural; rustic
rural	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	rural; rustic
rústico	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	crude; primitive; rural; rustic
sin respeto	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
sin vergüenza	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless
torpe	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abstemious; ailing; angular; awkward; boorish; bungling; chubby; clumsy; dense; doltish; dull; fumbling; gawky; heavy; ill-bred; inept; jittery; jumpy; lanky; loutish; maladroit; nervous; nervy; not very good; obtuse; owlish; plump; poor; razor-sharp; rigid; rude; rugged; rustic; shaky; sharp; sharp-edged; skittish; squat; stiff; stupid; timid; uncivilised; uncivilized; uneasy; uneducated; unhandy; unmannerly; unskilled; untrained; wooden; wretched
tosco	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abominable; abstemious; abusive; awkward; barbaric; big-boned; boorish; brutal; clumsy; coarse; crass; cruel; doltish; feral; fumbling; gawky; gruesome; heavily-built; hefty; heinous; ill-bred; inhuman; inhumane; not very good; owlish; poor; rude; rustic; stiff; stocky; unbroken; uneasy; unhandy; unmannerly; untamed; wild; wooden
zafio	arrogant; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; shameless	abstemious; awkward; clumsy; doltish; fumbling; gawky; not very good; owlish; poor; rustic; stiff; uneasy; unhandy; wooden
zote	arrogant; impudent

Verwante woorden van "shameless":

shamelessness, shamelessly

Synoniemen voor "shameless":

unblushing; unashamed

Verwante definities voor "shameless":

feeling no shame¹
- a shameless imposter¹

Wiktionary: shameless

shameless

adjective

having no shame
- shameless → sin; vergüenza

Cross Translation:

From	To	Via
• shameless	→ impúdico	↔ schamlos — ohne Schamgefühl, die sittlichen Grenzen, die Regeln des Anstands verletzend

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: shamelessness

Uitgebreide vertaling voor shamelessness (Engels) in het Spaans

shamelessness:

shamelessness [the ~] zelfstandig naamwoord

the shamelessness (impudence; insolence; impertinence; brazenness; effrontery)

Vertaal Matrix voor shamelessness:

Verwante woorden van "shamelessness":

Synoniemen voor "shamelessness":

Verwante definities voor "shamelessness":

Wiktionary: shamelessness

shamelessness vorm van shameless:

shameless bijvoeglijk naamwoord

shameless (insolent; impudent; presumptuous; overbearing; arrogant)

shameless (impudent)

Vertaal Matrix voor shameless:

Verwante woorden van "shameless":

Synoniemen voor "shameless":

Verwante definities voor "shameless":

Wiktionary: shameless