Puzzle: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

puzzle:
- rompecabezas; puzzle; enigma; acertijo
- hacer crucigramas; armar un rompecabezas; montar un rompecabezas; dar vueltas a la cabeza; atormentarse
Wiktionary:
- puzzle → rompecabezas, puzle, enigma
- puzzle → intrigar, dejar perplejo, desconcertar
- puzzle → enigma, acertijo, advininanza, misterio, puzzle, adivinanza, rompecabezas, pasmar, consternar, agitar, perturbar

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

puzzle:
- puzzle; braintwister; brainteaser; riddle; jigsaw
Wiktionary:
- puzzle → jigsaw, puzzle

Engels

Uitgebreide vertaling voor puzzle (Engels) in het Spaans

puzzle:

puzzle [the ~] zelfstandig naamwoord

the puzzle (brainteaser; braintwister; riddle)
el rompecabezas; el puzzle; el enigma; el acertijo
- rompecabezas [el ~] zelfstandig naamwoord
- puzzle [el ~] zelfstandig naamwoord
- enigma [el ~] zelfstandig naamwoord
- acertijo [el ~] zelfstandig naamwoord

to puzzle werkwoord (puzzles, puzzled, puzzling)

to puzzle (solve crossword puzzles; do jigsaw puzzles)
hacer crucigramas; armar un rompecabezas; montar un rompecabezas
- hacer crucigramas werkwoord
- armar un rompecabezas werkwoord
- montar un rompecabezas werkwoord
to puzzle (break one's head)
dar vueltas a la cabeza; atormentarse
- dar vueltas a la cabeza werkwoord
- atormentarse werkwoord

Conjugations for puzzle:

present

puzzle
puzzle
puzzles
puzzle
puzzle
puzzle

simple past

puzzled
puzzled
puzzled
puzzled
puzzled
puzzled

present perfect

have puzzled
have puzzled
has puzzled
have puzzled
have puzzled
have puzzled

past continuous

was puzzling
were puzzling
was puzzling
were puzzling
were puzzling
were puzzling

future

shall puzzle
will puzzle
will puzzle
shall puzzle
will puzzle
will puzzle

continuous present

am puzzling
are puzzling
is puzzling
are puzzling
are puzzling
are puzzling

subjunctive

be puzzled
be puzzled
be puzzled
be puzzled
be puzzled
be puzzled

diverse

puzzle!
let's puzzle!
puzzled
puzzling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor puzzle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acertijo	brainteaser; braintwister; puzzle; riddle	riddle
enigma	brainteaser; braintwister; puzzle; riddle	riddle
puzzle	brainteaser; braintwister; puzzle; riddle	jigsaw; riddle
rompecabezas	brainteaser; braintwister; puzzle; riddle	jigsaw; riddle
-	mystifier; puzzler; teaser
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armar un rompecabezas	do jigsaw puzzles; puzzle; solve crossword puzzles
atormentarse	break one's head; puzzle	bother; brood; fret; mope; worry
dar vueltas a la cabeza	break one's head; puzzle	bother; brood; fret; mope; worry
hacer crucigramas	do jigsaw puzzles; puzzle; solve crossword puzzles
montar un rompecabezas	do jigsaw puzzles; puzzle; solve crossword puzzles
-	baffle; beat; bewilder; get; mystify; perplex; pose; stick; vex

Verwante woorden van "puzzle":

puzzling, puzzlement, puzzles

Synoniemen voor "puzzle":

puzzler; mystifier; teaser; problem
plaything; toy
perplex; vex; stick; get; mystify; baffle; beat; pose; bewilder; flummox; stupefy; nonplus; gravel; amaze; dumbfound; confuse; throw; fox; befuddle; fuddle; bedevil; confound; discombobulate; puzzle over; puzzle out
chew over; think over; meditate; ponder; excogitate; contemplate; muse; reflect; mull; mull over; ruminate; speculate

Verwante definities voor "puzzle":

a game that tests your ingenuity¹
a particularly baffling problem that is said to have a correct solution¹
- he loved to solve chessmate puzzles¹
be a mystery or bewildering to¹
be uncertain about; think about without fully understanding or being able to decide¹
- We puzzled over her sudden departure¹

Wiktionary: puzzle

puzzle

noun

anything difficult to understand or make sense of
- puzzle → rompecabezas
game for one person
- puzzle → rompecabezas; puzle
riddle
- puzzle → enigma

verb

to perplex
- puzzle → intrigar; dejar perplejo; desconcertar

Cross Translation:

From	To	Via
• puzzle	→ enigma; acertijo; advininanza; misterio	↔ raadsel — iets waarnaar men moet raden
• puzzle	→ puzzle	↔ puzzel — een raadsel of moeilijke opgave die men als tijdverdrijf probeert op te lossen
• puzzle	→ adivinanza; rompecabezas	↔ Rätsel — Aufgabe, in Form einer Frage oder auch in graphischer Form, die durch Raten und Nachdenken zu lösen ist
• puzzle	→ enigma	↔ Rätsel — ungelöste Fragestellung, ein Mysterium
• puzzle	→ pasmar; consternar	↔ stupéfier — engourdir, diminuer ou suspendre le sentiment et le mouvement.
• puzzle	→ agitar; perturbar	↔ troubler — rendre trouble.
• puzzle	→ enigma	↔ énigme — Jeu d’esprit

Verwante vertalingen van puzzle

Spaans

Uitgebreide vertaling voor puzzle (Spaans) in het Engels

puzzle:

puzzle [el ~] zelfstandig naamwoord

el puzzle (rompecabezas; enigma; acertijo)
the puzzle; the braintwister; the brainteaser; the riddle
- puzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
- braintwister [the ~] zelfstandig naamwoord
- brainteaser [the ~] zelfstandig naamwoord
- riddle [the ~] zelfstandig naamwoord
el puzzle (rompecabezas)
the jigsaw
- jigsaw [the ~] zelfstandig naamwoord
el puzzle (misterio; adivinanza; rompecabezas; enigma; acertijo)
the riddle
- riddle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor puzzle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
brainteaser	acertijo; enigma; puzzle; rompecabezas
braintwister	acertijo; enigma; puzzle; rompecabezas
jigsaw	puzzle; rompecabezas	segueta; sierra de calar
puzzle	acertijo; enigma; puzzle; rompecabezas
riddle	acertijo; adivinanza; enigma; misterio; puzzle; rompecabezas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
puzzle		armar un rompecabezas; atormentarse; dar vueltas a la cabeza; hacer crucigramas; montar un rompecabezas

Wiktionary: puzzle

Cross Translation:

From	To	Via
• puzzle	→ jigsaw; puzzle	↔ puzzel — een raadsel of moeilijke opgave die men als tijdverdrijf probeert op te lossen

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: puzzle

Uitgebreide vertaling voor puzzle (Engels) in het Spaans

puzzle:

puzzle [the ~] zelfstandig naamwoord

the puzzle (brainteaser; braintwister; riddle)

to puzzle werkwoord (puzzles, puzzled, puzzling)

to puzzle (solve crossword puzzles; do jigsaw puzzles)

to puzzle (break one's head)

Conjugations for puzzle:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor puzzle:

Verwante woorden van "puzzle":

Synoniemen voor "puzzle":

Verwante definities voor "puzzle":

Wiktionary: puzzle

Verwante vertalingen van puzzle

Uitgebreide vertaling voor puzzle (Spaans) in het Engels

puzzle:

puzzle [el ~] zelfstandig naamwoord

el puzzle (rompecabezas; enigma; acertijo)

el puzzle (rompecabezas)

el puzzle (misterio; adivinanza; rompecabezas; enigma; acertijo)

Vertaal Matrix voor puzzle:

Wiktionary: puzzle