Magic: vertaling Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor magic (Engels) in het Spaans

magic:

magic [the ~] zelfstandig naamwoord

the magic
la brujería; la magia; la fantasía; el arte mágico; la hechicería; el poder mágico; el hechizo
- brujería [la ~] zelfstandig naamwoord
- magia [la ~] zelfstandig naamwoord
- fantasía [la ~] zelfstandig naamwoord
- arte mágico [el ~] zelfstandig naamwoord
- hechicería [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder mágico [el ~] zelfstandig naamwoord
- hechizo [el ~] zelfstandig naamwoord
the magic (conjuring; juggling; hocus-pocus)
el juego de manos; el escamoteo
- juego de manos [el ~] zelfstandig naamwoord
- escamoteo [el ~] zelfstandig naamwoord
the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic spell; magic power)
la magia; la brujería; el hechizo; la hechicería; el poder mágico; el arte mágico
- magia [la ~] zelfstandig naamwoord
- brujería [la ~] zelfstandig naamwoord
- hechizo [el ~] zelfstandig naamwoord
- hechicería [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder mágico [el ~] zelfstandig naamwoord
- arte mágico [el ~] zelfstandig naamwoord
the magic (sorcery; witchcraft; witchery; black magic; magic trick; piece of magic)
la brujería; la magia; la hechicería
- brujería [la ~] zelfstandig naamwoord
- magia [la ~] zelfstandig naamwoord
- hechicería [la ~] zelfstandig naamwoord
the magic (the art of magic; jugglery; hocus pocus)
el abracadabra
- abracadabra [el ~] zelfstandig naamwoord
the magic (magic power)
la magia; la brujería; la fantasía; la hechicería; el poder mágico
- magia [la ~] zelfstandig naamwoord
- brujería [la ~] zelfstandig naamwoord
- fantasía [la ~] zelfstandig naamwoord
- hechicería [la ~] zelfstandig naamwoord
- poder mágico [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor magic:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abracadabra	hocus pocus; jugglery; magic; the art of magic	hocus-pocus; mumbo-jumbo
arte mágico	enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
brujería	black magic; enchantment; magic; magic power; magic spell; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
escamoteo	conjuring; hocus-pocus; juggling; magic	cajolery; coaxing; diddling; wheedling
fantasía	magic; magic power	castle in the air; chimera; daydream; delusion; erroneous idea; fabrication; fallacy; fantasm; fantasy; fata morgana; figment of the imagination; hallucination; illusion; imagination; mirage; phantasm; phantasy; pie in the sky; pipe dream; reverie; wrong notion
hechicería	black magic; enchantment; magic; magic power; magic spell; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
hechizo	enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft	allurement; charm; delightfulness; loveliness; magic charm; magic potion; magic spell; magic word; magic words; power of attraction; spell; splendidness
juego de manos	conjuring; hocus-pocus; juggling; magic	magic trick
magia	black magic; enchantment; magic; magic power; magic spell; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery	appeal; attractiveness; charm; conjuring trick; enchantment; enticement; fascination; magic trick; piece of jugglery; splendidness
poder mágico	enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
-	conjuration; conjuring trick; deception; illusion; legerdemain; magic trick; thaumaturgy; trick
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	charming; magical; sorcerous; witching; wizard; wizardly
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	magical; stroke of magic

Verwante woorden van "magic":

magics

Synoniemen voor "magic":

charming; magical; sorcerous; witching; wizard; wizardly; supernatural
thaumaturgy; supernaturalism
magic trick; conjuring trick; trick; legerdemain; conjuration; illusion; deception; performance

Verwante definities voor "magic":

possessing or using or characteristic of or appropriate to supernatural powers¹
- magic signs that protect against adverse influence¹
an illusory feat; considered magical by naive observers¹
any art that invokes supernatural powers¹

Wiktionary: magic

magic

adjective

-
- magic → mágico

verb

-
- magic → embrujar

noun

-
- magic → magia
use of supernatural rituals, forces etc.
- magic → magia

Cross Translation:

From	To	Via
• magic	→ mágico	↔ magisch — met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis
• magic	→ magia	↔ Magie — vermeintliche Einflussnahme auf Personen, Dinge oder Ereignisse auf übernatürlich Art und Weise
• magic	→ magia	↔ Zauber — übernatürliche Wirkung, magische Manipulation, die nicht den Naturgesetzen unterliegt; unerklärlicher Vorgang
• magic	→ mágico	↔ magisch — Magie beinhaltend oder verwendend
• magic	→ magia	↔ magie — fanta\|fr art prétendre auquel on attribuer le pouvoir d’opérer, par des moyens occultes, des effets surprenants et merveilleux.
• magic	→ mágico	↔ magique — Relatif à la magie.

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: magic

Uitgebreide vertaling voor magic (Engels) in het Spaans

magic:

magic [the ~] zelfstandig naamwoord

the magic

the magic (conjuring; juggling; hocus-pocus)

the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic spell; magic power)

the magic (sorcery; witchcraft; witchery; black magic; magic trick; piece of magic)

the magic (the art of magic; jugglery; hocus pocus)

the magic (magic power)

Vertaal Matrix voor magic:

Verwante woorden van "magic":

Synoniemen voor "magic":

Verwante definities voor "magic":

Wiktionary: magic

Verwante vertalingen van magic