Charity: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

charity:
- institución benéfica; humanidad; caridad; beneficencia; benevolencia; filantropía; buena acción; complacencia; entidad benéfica; obra de caridad; gracia; favor; gozo; obra caritativa; altruismo
Wiktionary:
- charity → entidad benéfica, amor al prójimo, caridad
- charity → misericordia, pan de caridad, manutención caritativa, limosna, caridad

Engels

Uitgebreide vertaling voor charity (Engels) in het Spaans

charity:

charity [the ~] zelfstandig naamwoord

the charity (humanity; beneficence; benevolence; philanthropy)
la institución benéfica; la humanidad; la caridad; la beneficencia; la benevolencia; la filantropía; la buena acción
- institución benéfica [la ~] zelfstandig naamwoord
- humanidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- beneficencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- benevolencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- filantropía [la ~] zelfstandig naamwoord
- buena acción [la ~] zelfstandig naamwoord
the charity (charitable institution; beneficence)
la caridad; la benevolencia; la complacencia; la beneficencia; la filantropía; la entidad benéfica; la obra de caridad; la buena acción
- caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- benevolencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- complacencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- beneficencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- filantropía [la ~] zelfstandig naamwoord
- entidad benéfica [la ~] zelfstandig naamwoord
- obra de caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- buena acción [la ~] zelfstandig naamwoord
the charity (benevolence; well-doing; philanthropy)
la benevolencia; la gracia; el favor; el gozo; la complacencia; la entidad benéfica; la caridad; la beneficencia; la obra de caridad; la institución benéfica; la buena acción
- benevolencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- gracia [la ~] zelfstandig naamwoord
- favor [el ~] zelfstandig naamwoord
- gozo [el ~] zelfstandig naamwoord
- complacencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- entidad benéfica [la ~] zelfstandig naamwoord
- caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- beneficencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- obra de caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- institución benéfica [la ~] zelfstandig naamwoord
- buena acción [la ~] zelfstandig naamwoord
the charity (charity work)
la obra de caridad; la caridad; la obra caritativa
- obra de caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- caridad [la ~] zelfstandig naamwoord
- obra caritativa [la ~] zelfstandig naamwoord
the charity (humanity)
la humanidad; el altruismo; la filantropía
- humanidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- altruismo [el ~] zelfstandig naamwoord
- filantropía [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor charity:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
altruismo	charity; humanity
beneficencia	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; humanity; philanthropy; well-doing
benevolencia	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; humanity; philanthropy; well-doing	act of courtesy; affability; benevolence; clemency; courtesy; grace; kindness; loving kindness; mercy; sympathy; willingness
buena acción	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; humanity; philanthropy; well-doing
caridad	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; charity work; humanity; philanthropy; well-doing	charity work; generosity; liberality
complacencia	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; philanthropy; well-doing	act of courtesy; affability; amiability; benevolence; benign character; clemency; complaisance; compliance; compliantness; consideration; contentment; courtesy; forbearance; good-nature; goodness; helpfulness; indulgence; kind-heartedness; kindness; leniency; mercy; mildness; pliability; readiness; readiness to help; satisfaction; willingness; willingness to help
entidad benéfica	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; philanthropy; well-doing
favor	benevolence; charity; philanthropy; well-doing	boon; favor; favour; goodwill; grace; mass; patronage; service; support
filantropía	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; humanity; philanthropy	philantrophy
gozo	benevolence; charity; philanthropy; well-doing	amusement; brightfulness; cheerfulness; folly; fun; good spirits; happiness; high jinks; hilarity; joking; joy; joyfulness; lightheartedness; lunacy; lust; madness; merriment; mirth; nonsense; passion; pleasure; pun; revelry; silliness
gracia	benevolence; charity; philanthropy; well-doing	absolution; allurement; amiability; appeal; attractiveness; benevolence; charm; clemency; delightfulness; elegance; enchantment; enticement; fascination; folly; fun; high jinks; hilarity; joking; joy; joyfulness; little gift; little present; loveliness; loving kindness; lunacy; madness; mercy; merriment; mirth; nonsense; pardon; pleasure; power of attraction; remission; silliness; splendidness; sweetness
humanidad	beneficence; benevolence; charity; humanity; philanthropy	common humanity; fellow human being; fellow man; humanity; mankind
institución benéfica	beneficence; benevolence; charity; humanity; philanthropy; well-doing
obra caritativa	charity; charity work
obra de caridad	beneficence; benevolence; charitable institution; charity; charity work; philanthropy; well-doing
-	Greek valerian; Jacob's ladder; Polemonium caeruleum; Polemonium van-bruntiae; Polymonium caeruleum van-bruntiae; brotherly love

Verwante woorden van "charity":

charities

Synoniemen voor "charity":

foundation
brotherly love; benevolence; theological virtue; supernatural virtue
giving; gift
Jacob's ladder; Greek valerian; Polemonium caeruleum; Polemonium van-bruntiae; Polymonium caeruleum van-bruntiae; polemonium
institution; establishment

Verwante definities voor "charity":

an activity or gift that benefits the public at large¹
a kindly and lenient attitude toward people¹
an institution set up to provide help to the needy¹
a foundation created to promote the public good (not for assistance to any particular individuals)¹
pinnate-leaved European perennial having bright blue or white flowers¹

Wiktionary: charity

charity

noun

organization
- charity → entidad benéfica
attitude
- charity → amor al prójimo; caridad

Cross Translation:

From	To	Via
• charity	→ misericordia	↔ Barmherzigkeit — die Eigenschaft, barmherzig zu sein und/oder zu handeln
• charity	→ pan de caridad; manutención caritativa	↔ Gnadenbrot — meist "Gnadenbrot erteilen": die Haltung eines alten nicht mehr leistungsfähigen Pferdes
• charity	→ limosna	↔ aalmoes — liefdegift aan een behoeftige
• charity	→ limosna	↔ aumône — Ce que l’on donne aux pauvres par charité.
• charity	→ caridad	↔ charité — (religion) vertu théologale, amour que l’on ressentir pour Dieu, pour le bien et pour son prochain.

Verwante vertalingen van charity

Remove Ads

Engelse en Spaanse zoekresultaten voor: charity

Uitgebreide vertaling voor charity (Engels) in het Spaans

charity:

charity [the ~] zelfstandig naamwoord

the charity (humanity; beneficence; benevolence; philanthropy)

the charity (charitable institution; beneficence)

the charity (benevolence; well-doing; philanthropy)

the charity (charity work)

the charity (humanity)

Vertaal Matrix voor charity:

Verwante woorden van "charity":

Synoniemen voor "charity":

Verwante definities voor "charity":

Wiktionary: charity

Verwante vertalingen van charity