Winner: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Spaans: Meer gegevens...

winner:
- ganador; triunfador; vencedor; éxito; hit; gol; canción de moda; golpe certero; tiro certero; obra teatral de éxito
Wiktionary:
- winner → ganador, ganadora, vencedor
- winner → vencedor, campeón

Engels

Uitgebreide vertaling voor winner (Engels) in het Spaans

the winner (victor)
el ganador; el triunfador; el vencedor
- ganador [el ~] zelfstandig naamwoord
- triunfador [el ~] zelfstandig naamwoord
- vencedor [el ~] zelfstandig naamwoord
the winner (hit; smasher; smash hit; smash)
el éxito; el hit
- éxito [el ~] zelfstandig naamwoord
- hit [el ~] zelfstandig naamwoord
the winner (triumphator; conqueror; victor)
el vencedor; el triunfador
- vencedor [el ~] zelfstandig naamwoord
- triunfador [el ~] zelfstandig naamwoord
the winner (goal; hit)
el gol
- gol [el ~] zelfstandig naamwoord
the winner (hit; sure card)
el ganador; el éxito; el gol; el vencedor; la canción de moda; el golpe certero; el tiro certero; la obra teatral de éxito
- ganador [el ~] zelfstandig naamwoord
- éxito [el ~] zelfstandig naamwoord
- gol [el ~] zelfstandig naamwoord
- vencedor [el ~] zelfstandig naamwoord
- canción de moda [la ~] zelfstandig naamwoord
- golpe certero [el ~] zelfstandig naamwoord
- tiro certero [el ~] zelfstandig naamwoord
- obra teatral de éxito [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
canción de moda	hit; sure card; winner
ganador	hit; sure card; victor; winner	champ; champion; conqueror; master
gol	goal; hit; sure card; winner	aim; bit of good luck; bit of luck; dedication; design; devotion; effort; exertion; goal; goal post; godsend; idea; intention; mark; objective; piece of good luck; pleasant surprise; scheme; target; windfall
golpe certero	hit; sure card; winner	bit of luck; chance; godsend; piece of luck; stroke of luck; windfall
hit	hit; smash; smash hit; smasher; winner	bestseller; box-office success; chart topper; collision; cracker; crash; hit; smash
obra teatral de éxito	hit; sure card; winner
tiro certero	hit; sure card; winner	bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; piece of good luck; pleasant surprise; windfall
triunfador	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror
vencedor	conqueror; hit; sure card; triumphator; victor; winner	conqueror
éxito	hit; smash; smash hit; smasher; sure card; winner	affluence; bestseller; box-office success; chance; chart topper; cracker; door; doorway; fortunate; front door; good luck; hit; labour performance; prosperity; street door; succeeding; success; wealth; welfare; well-being; working
-	achiever; succeeder; success; victor

winner

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• winner	→ vencedor; campeón	↔ Sieger — jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat