Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- indicative:
- indicate:
-
Wiktionary:
- indicative → indicativo
- indicative → indicativo, modo indicativo
- indicate → señalizar, indicar
- indicate → señalar, denotar, indicar, mostrar, apuntar, demostrar, presentar, designar, adscribir, enseñar
Engels
Uitgebreide vertaling voor indicative (Engels) in het Spaans
indicative:
-
the indicative (indicative mood)
Vertaal Matrix voor indicative:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
indicativo | indicative; indicative mood | area code; dialling code; local code; prefix |
modo indicativo | indicative; indicative mood | |
- | common mood; declarative; declarative mood; fact mood; indicative mood | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | declarative; indicatory; revelatory; significative; suggestive | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | indicatory |
Verwante woorden van "indicative":
Synoniemen voor "indicative":
Verwante definities voor "indicative":
Wiktionary: indicative
indicative
Cross Translation:
noun
-
the indicative mood
- indicative → indicativo
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indicative | → indicativo | ↔ indicatief — aanduidend, aanwijzend |
• indicative | → modo indicativo; indicativo | ↔ indicatief — de vorm van het werkwoord die de werkelijkheid aangeeft |
indicative vorm van indicate:
-
to indicate (pinpoint; point out; define; point to; show; point)
-
to indicate (point out; draw attention to; point; signal; show)
advertir; llamar la atención sobre; hacer referencia; dar informes; informar; informar acerca de-
advertir werkwoord
-
llamar la atención sobre werkwoord
-
hacer referencia werkwoord
-
dar informes werkwoord
-
informar werkwoord
-
informar acerca de werkwoord
-
-
to indicate (point to; imply; signify; suggest; stand for)
-
to indicate (make known; inform; point out; tell; instil; call attention to; instill)
hablar; informar; hacer saber; parlar; dar informes; advertir; comunicar-
hablar werkwoord
-
informar werkwoord
-
hacer saber werkwoord
-
parlar werkwoord
-
dar informes werkwoord
-
advertir werkwoord
-
comunicar werkwoord
-
-
to indicate (point; show)
Conjugations for indicate:
present
- indicate
- indicate
- indicates
- indicate
- indicate
- indicate
simple past
- indicated
- indicated
- indicated
- indicated
- indicated
- indicated
present perfect
- have indicated
- have indicated
- has indicated
- have indicated
- have indicated
- have indicated
past continuous
- was indicating
- were indicating
- was indicating
- were indicating
- were indicating
- were indicating
future
- shall indicate
- will indicate
- will indicate
- shall indicate
- will indicate
- will indicate
continuous present
- am indicating
- are indicating
- is indicating
- are indicating
- are indicating
- are indicating
subjunctive
- be indicated
- be indicated
- be indicated
- be indicated
- be indicated
- be indicated
diverse
- indicate!
- let's indicate!
- indicated
- indicating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor indicate:
Verwante woorden van "indicate":
Synoniemen voor "indicate":
Antoniemen van "indicate":
Verwante definities voor "indicate":
Wiktionary: indicate
indicate
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• indicate | → señalar | ↔ signaleren — constateren en waarschuwen |
• indicate | → denotar; indicar | ↔ aangeven — aanduiden |
• indicate | → señalar; indicar | ↔ aanduiden — aanwijzen |
• indicate | → señalar | ↔ anzeigen — transitiv: Auskunft über den Stand von etwas geben |
• indicate | → mostrar; apuntar; demostrar; presentar | ↔ zeigen — di(transitiv): jemanden etwas sehen lassen |
• indicate | → designar; adscribir | ↔ désigner — Traduction à trier |
• indicate | → indicar; enseñar; mostrar; señalar | ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose. |
• indicate | → mostrar; indicar; señalar; enseñar | ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards. |