Engels
Uitgebreide synoniemen voor unsoundness in het Engels
unsoundness:
unsoundness [the ~] zelfstandig naamwoord
-
the unsoundness
– not mentally or physically healthy 1 -
the unsoundness
– a misconception that is fallacious and not true or valid 1 -
the unsoundness
– a condition of damage or decay 1
Alternatieve synoniemen voor "unsoundness":
Antoniemen van "unsoundness":
Verwante definities voor "unsoundness":
unsoundness vorm van unsound:
-
unsound
incapable; incompetent; inferior; unsound; inexpert-
incapable bijvoeglijk naamwoord
-
incompetent bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
unsound bijvoeglijk naamwoord
-
inexpert bijvoeglijk naamwoord
-
-
unsound
-
unsound
– of e.g. advice 1 -
unsound
– physically unsound or diseased 1 -
unsound
– suffering from severe mental illness 1unstable; unsound; mentally ill– suffering from severe mental illness 1-
unstable bijvoeglijk naamwoord
-
unsound bijvoeglijk naamwoord
-
mentally ill bijvoeglijk naamwoord
-
-
unsound
– not sound financially 1 -
unsound
– not in good condition; damaged or decayed 1 -
unsound
– containing or based on a fallacy 1unsound; fallacious– containing or based on a fallacy 1-
unsound bijvoeglijk naamwoord
-
fallacious bijvoeglijk naamwoord
-