Engels

Uitgebreide synoniemen voor travesty in het Engels

travesty:

travesty [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the travesty
    the travesty
    • travesty [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the travesty
    the mockery; the mock; the travesty; the mocking; the obloquy; the sneering; the scorn; the scoffing; the jeers; the joking; the sneers; the poke fun at
    • mockery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • travesty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mocking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • obloquy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sneering [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scorn [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scoffing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jeers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • joking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sneers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • poke fun at [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the travesty
    – a comedy characterized by broad satire and improbable situations 1
    the farce; the travesty; the farce comedy
    – a comedy characterized by broad satire and improbable situations 1

travesty

  1. travesty

travesty werkwoord

  1. travesty
    – make a travesty of 1
    travesty
    – make a travesty of 1

Verwante woorden van "travesty":

  • travesties

Alternatieve synoniemen voor "travesty":


Verwante definities voor "travesty":

  1. a comedy characterized by broad satire and improbable situations1
  2. make a travesty of1

Verwante synoniemen voor travesty