Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- stiffly:
-
stiff:
- rigid; stiff; wooden; stern; star; fixed; petrified; set; fossilized; fossilised; difficult; tough; awkward; burdensome; hard; heavy; massive; punish; severe; stiff conversation; firm; staunch; standing-on; clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; owlish; not very good; poor; grumpy; sullen; sulky; peevish; gruff; moody; surly; bad-tempered
- rigid; stiff; starchy; buckram; strong; potent; firm; steady; unwavering; unshakable; unbendable; unfaltering; steadfast
- stiff; stiffly
- remains; stiff; clay; corpse; cadaver
Engels
Uitgebreide synoniemen voor stiffly in het Engels
stiffly:
stiffly bijwoord
-
stiffly
– in a stiff manner 1 -
stiffly
– in a rigid manner 1
Alternatieve synoniemen voor "stiffly":
Verwante definities voor "stiffly":
stiff:
-
stiff
-
stiff
-
stiff
-
stiff
-
stiff
-
stiff
firm; stiff; staunch; standing-on-
firm bijvoeglijk naamwoord
-
stiff bijvoeglijk naamwoord
-
staunch bijvoeglijk naamwoord
-
standing-on bijvoeglijk naamwoord
-
-
stiff
clumsy; abstemious; unhandy; gawky; uneasy; doltish; wooden; owlish; stiff; not very good; poor-
clumsy bijvoeglijk naamwoord
-
abstemious bijvoeglijk naamwoord
-
unhandy bijvoeglijk naamwoord
-
gawky bijvoeglijk naamwoord
-
uneasy bijvoeglijk naamwoord
-
doltish bijvoeglijk naamwoord
-
wooden bijvoeglijk naamwoord
-
owlish bijvoeglijk naamwoord
-
stiff bijvoeglijk naamwoord
-
not very good bijvoeglijk naamwoord
-
poor bijvoeglijk naamwoord
-
-
stiff
-
stiff
-
stiff
-
stiff
– incapable of or resistant to bending 1 -
stiff
– rigidly formal 1 -
stiff
– not moving or operating freely 1 -
stiff
– having a strong physiological or chemical effect 1 -
stiff
– marked by firm determination or resolution; not shakable 1firm; steady; stiff; unwavering; unshakable; unbendable; unfaltering; steadfast– marked by firm determination or resolution; not shakable 1-
firm bijvoeglijk naamwoord
-
steady bijvoeglijk naamwoord
-
stiff bijvoeglijk naamwoord
-
unwavering bijvoeglijk naamwoord
-
unshakable bijvoeglijk naamwoord
-
unbendable bijvoeglijk naamwoord
-
unfaltering bijvoeglijk naamwoord
-
steadfast bijvoeglijk naamwoord
-
-
stiff
– powerful 1
-
stiff
– in a stiff manner 1 -
stiff
– extremely 1
-
the stiff
– the dead body of a human being 1 -
the stiff
– an ordinary man 1