Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. spik:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor spik in het Engels

spik:

spik [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spik
    – (ethnic slur) offensive term for persons of Latin American descent 1
    the spik; the spic; the spick
    – (ethnic slur) offensive term for persons of Latin American descent 1
    • spik [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spick [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "spik":


Verwante definities voor "spik":

  1. (ethnic slur) offensive term for persons of Latin American descent1