Engels
Uitgebreide synoniemen voor spic in het Engels
spic:
spic bijvoeglijk naamwoord
-
spic
– completely neat and clean 1immaculate; spotless; spick-and-span; speckless; spick; spic; spic-and-span– completely neat and clean 1-
immaculate bijvoeglijk naamwoord
-
spotless bijvoeglijk naamwoord
-
spick-and-span bijvoeglijk naamwoord
-
speckless bijvoeglijk naamwoord
-
spick bijvoeglijk naamwoord
-
spic bijvoeglijk naamwoord
-
spic-and-span bijvoeglijk naamwoord
-
spic [the ~] zelfstandig naamwoord
-
the spic
– (ethnic slur) offensive term for persons of Latin American descent 1