Engels
Uitgebreide synoniemen voor pragmatic in het Engels
pragmatic:
-
pragmatic
-
pragmatic
– concerned with practical matters 1pragmatic; pragmatical; matter-of-fact– concerned with practical matters 1-
pragmatic bijvoeglijk naamwoord
-
pragmatical bijvoeglijk naamwoord
-
matter-of-fact bijvoeglijk naamwoord
-
-
pragmatic
– guided by practical experience and observation rather than theory 1pragmatic; practical; hardheaded; hard-nosed– guided by practical experience and observation rather than theory 1-
pragmatic bijvoeglijk naamwoord
-
practical bijvoeglijk naamwoord
-
hardheaded bijvoeglijk naamwoord
-
hard-nosed bijvoeglijk naamwoord
-
-
pragmatic
– of or concerning the theory of pragmatism 1pragmatic; pragmatical– of or concerning the theory of pragmatism 1-
pragmatic bijvoeglijk naamwoord
-
pragmatical bijvoeglijk naamwoord
-
-
the pragmatic
– an imperial decree that becomes part of the fundamental law of the land 1the pragmatic; the pragmatic sanction– an imperial decree that becomes part of the fundamental law of the land 1