Engels

Uitgebreide synoniemen voor panicky in het Engels

panicky:

panicky

  1. panicky

panicky bijvoeglijk naamwoord

  1. panicky
    – thrown into a state of intense fear or desperation 1
    frightened; terrified; panicky; panic-stricken; panic-struck; panicked
    – thrown into a state of intense fear or desperation 1
    • frightened bijvoeglijk naamwoord
    • terrified bijvoeglijk naamwoord
      • the terrified horse bolted1
    • panicky bijvoeglijk naamwoord
      • became panicky as the snow deepened1
    • panic-stricken bijvoeglijk naamwoord
      • trying to keep back the panic-stricken crowd1
    • panic-struck bijvoeglijk naamwoord
    • panicked bijvoeglijk naamwoord
      • felt panicked before each exam1

Verwante woorden van "panicky":

  • panickier, panickiest

Alternatieve synoniemen voor "panicky":


Verwante definities voor "panicky":

  1. thrown into a state of intense fear or desperation1
    • became panicky as the snow deepened1