Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor meantime in het Engels

meantime:

meantime bijwoord

  1. meantime
    – during the intervening time 1
    meanwhile; in the meantime; meantime
    – during the intervening time 1
    • meanwhile bijwoord
      • meanwhile I will not think about the problem1
    • in the meantime bijwoord
      • in the meantime the police were notified1
    • meantime bijwoord
      • meantime he was attentive to his other interests1

meantime [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the meantime
    – the time between one event, process, or period and another 1
    the meanwhile; the interim; the lag; the meantime
    – the time between one event, process, or period and another 1
    • meanwhile [the ~] zelfstandig naamwoord
    • interim [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • meantime [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "meantime":


Verwante definities voor "meantime":

  1. during the intervening time1
    • meantime he was attentive to his other interests1
  2. the time between one event, process, or period and another1

Verwante synoniemen voor meantime