Engels

Uitgebreide synoniemen voor mandible in het Engels

mandible:

mandible [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mandible
    the jawbone; the mandible
    • jawbone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mandible [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the mandible
    the jawbone; the chin; the mandible; the maxilla
    • jawbone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mandible [the ~] zelfstandig naamwoord
    • maxilla [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the mandible
    – the jaw in vertebrates that is hinged to open the mouth 1
    the mandible; the jawbone; the lower jaw; the submaxilla; the mandibula; the jowl; the mandibular bone; the lower jawbone
    – the jaw in vertebrates that is hinged to open the mouth 1

mandible

  1. mandible

Verwante woorden van "mandible":

  • mandibles

Alternatieve synoniemen voor "mandible":


Verwante definities voor "mandible":

  1. the jaw in vertebrates that is hinged to open the mouth1

Verwante synoniemen voor mandible