Engels
Uitgebreide synoniemen voor loosely in het Engels
loosely:
-
loosely
loosely; casually; passing; casual; in passing-
loosely bijwoord
-
casually bijwoord
-
passing bijvoeglijk naamwoord
-
casual bijvoeglijk naamwoord
-
in passing bijwoord
-
-
loosely
– knitted in a loose manner 1 -
loosely
– in a relaxed manner; not rigid 1 -
loosely
– without regard to specific details or exceptions 1generally; loosely; broadly; broadly speaking– without regard to specific details or exceptions 1-
generally bijwoord
-
loosely bijwoord
-
broadly bijwoord
-
broadly speaking bijwoord
-
-
loosely
– in a loose manner 1