Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. incumbent:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor incumbent in het Engels

incumbent:

incumbent [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the incumbent
    the regent; the incumbent; the viceroy
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • incumbent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • viceroy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the incumbent
    – the official who holds an office 1
    the incumbent; the officeholder
    – the official who holds an office 1

incumbent bijvoeglijk naamwoord

  1. incumbent
    – currently holding an office 1
    incumbent
    – currently holding an office 1
    • incumbent bijvoeglijk naamwoord
      • the incumbent governor1
  2. incumbent
    – necessary (for someone) as a duty or responsibility; morally binding 1
    incumbent
    – necessary (for someone) as a duty or responsibility; morally binding 1
    • incumbent bijvoeglijk naamwoord
      • it is incumbent on them to pay their own debts1
  3. incumbent
    – lying or leaning on something else 1
    incumbent
    – lying or leaning on something else 1
    • incumbent bijvoeglijk naamwoord
      • an incumbent geological formation1

Verwante woorden van "incumbent":

  • incumbents

Alternatieve synoniemen voor "incumbent":


Verwante definities voor "incumbent":

  1. currently holding an office1
    • the incumbent governor1
  2. necessary (for someone) as a duty or responsibility; morally binding1
    • it is incumbent on them to pay their own debts1
  3. lying or leaning on something else1
    • an incumbent geological formation1
  4. the official who holds an office1

Verwante synoniemen voor incumbent