Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal grimness

Synoniemen voor "grimness" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. grimness:
  2. grim:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor grimness in het Engels

grimness:

grimness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grimness
    the grimness
    • grimness [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the grimness
    the harshness; the grimness
  3. the grimness
    – something hard to endure 1
    the severity; the hardship; the grimness; the rigor; the rigourousness; the rigorousness; the asperity; the severeness; the rigour
    – something hard to endure 1
    • severity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grimness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • rigourousness [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • rigorousness [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • asperity [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the asperity of northern winters1
    • severeness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
  4. the grimness
    – the quality of being ghastly 1
    the grimness; the ghastliness; the gruesomeness; the luridness
    – the quality of being ghastly 1

Verwante woorden van "grimness":


Alternatieve synoniemen voor "grimness":


Verwante definities voor "grimness":

  1. something hard to endure1
  2. the quality of being ghastly1

grimness vorm van grim:

grim bijvoeglijk naamwoord

  1. grim
    embittered; grim; sullen
  2. grim
    huffy; grumpy; touchy; cross-grained; thin-skinned; grim; stern; sullen; gruff; surly
  3. grim
    dogged; grim
    • dogged bijvoeglijk naamwoord
    • grim bijvoeglijk naamwoord
  4. grim
    – shockingly repellent; inspiring horror 1
    sick; grim; ghastly; gruesome; macabre; grisly
    – shockingly repellent; inspiring horror 1
    • sick bijvoeglijk naamwoord
    • grim bijvoeglijk naamwoord
      • the grim aftermath of the bombing1
      • the grim task of burying the victims1
    • ghastly bijvoeglijk naamwoord
      • ghastly wounds1
    • gruesome bijvoeglijk naamwoord
      • gruesome evidence of human sacrifice1
    • macabre bijvoeglijk naamwoord
      • macabre tales of war and plague in the Middle ages1
      • macabre tortures conceived by madmen1
    • grisly bijvoeglijk naamwoord
      • a grisly murder1
  5. grim
    – not to be placated or appeased or moved by entreaty 1
    relentless; stern; grim; inexorable; unrelenting; unappeasable; unforgiving
    – not to be placated or appeased or moved by entreaty 1
    • relentless bijvoeglijk naamwoord
      • relentless persecution1
    • stern bijvoeglijk naamwoord
      • the stern demands of parenthood1
    • grim bijvoeglijk naamwoord
      • grim determination1
      • grim necessity1
    • inexorable bijvoeglijk naamwoord
      • Russia's final hour, it seemed, approached with inexorable certainty1
    • unrelenting bijvoeglijk naamwoord
    • unappeasable bijvoeglijk naamwoord
    • unforgiving bijvoeglijk naamwoord
  6. grim
    – harshly uninviting or formidable in manner or appearance 1
    grim; dour; forbidding
    – harshly uninviting or formidable in manner or appearance 1
    • grim bijvoeglijk naamwoord
      • a grim man loving duty more than humanity1
      • undoubtedly the grimmest part of him was his iron claw1
    • dour bijvoeglijk naamwoord
      • a dour, self-sacrificing life1
    • forbidding bijvoeglijk naamwoord
      • a forbidding scowl1
  7. grim
    – harshly ironic or sinister 1
    grim; black; mordant
    – harshly ironic or sinister 1
    • grim bijvoeglijk naamwoord
      • a grim joke1
      • grim laughter1
    • black bijvoeglijk naamwoord
      • black humor1
    • mordant bijvoeglijk naamwoord
      • fun ranging from slapstick clowning ... to savage mordant wit1

grim

  1. grim
    harsh; rough; grim; gruff

Verwante woorden van "grim":


Alternatieve synoniemen voor "grim":


Verwante definities voor "grim":

  1. shockingly repellent; inspiring horror1
    • the grim aftermath of the bombing1
    • the grim task of burying the victims1
  2. not to be placated or appeased or moved by entreaty1
    • grim determination1
    • grim necessity1
  3. harshly uninviting or formidable in manner or appearance1
    • a grim man loving duty more than humanity1
    • undoubtedly the grimmest part of him was his iron claw1
  4. harshly ironic or sinister1
    • a grim joke1
    • grim laughter1







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0480 seconde
Page rendered in 1.0 seconds