Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- goodness:
-
good:
- article; good; object; item; matter; thing; gadget; commodity; trade good; goodness
- pleasant; nice; lovely; easy going; good; qualified; capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; well-behaved; honest; agree; correct; fine; right
- benefit; good; welfare; clever
- good; beneficial; full; dear; near; effective; in effect; in force; well; unspoiled; unspoilt; undecomposed; honest; salutary; sound; serious; right; ripe; honourable; respectable; estimable; honorable; just; upright; proficient; adept; expert; skilful; practised; skillful; practiced; secure; safe; dependable
- well; good; thoroughly; soundly
Engels
Uitgebreide synoniemen voor goodness in het Engels
goodness:
-
the goodness
-
the goodness
-
the goodness
– moral excellence or admirableness 1 -
the goodness
– that which is pleasing or valuable or useful 1
Verwante woorden van "goodness":
Alternatieve synoniemen voor "goodness":
Antoniemen van "goodness":
Verwante definities voor "goodness":
good:
-
the good
-
the good
– articles of commerce 1 -
the good
– moral excellence or admirableness 1 -
the good
– that which is pleasing or valuable or useful 1 -
the good
– benefit 1 -
the good
– A tangible item for sale or use, often produced for later consumption. 2
-
good
pleasant; nice; lovely; easy going; good-
pleasant bijvoeglijk naamwoord
-
nice bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
easy going bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
qualified; capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good-
qualified bijvoeglijk naamwoord
-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
competent bijvoeglijk naamwoord
-
proficient bijvoeglijk naamwoord
-
considerate bijvoeglijk naamwoord
-
efficient bijvoeglijk naamwoord
-
able bijvoeglijk naamwoord
-
skilled bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
well-behaved; honest; good-
well-behaved bijvoeglijk naamwoord
-
honest bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
-
good
-
good
– promoting or enhancing well-being 1good; beneficial– promoting or enhancing well-being 1-
good bijvoeglijk naamwoord
-
beneficial bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
– having the normally expected amount 1 -
good
– with or in a close or intimate relationship 1 -
good
– thorough 1 -
good
– generally admired 1 -
good
– exerting force or influence 1 -
good
– resulting favorably 1 -
good
– not left to spoil 1good; unspoiled; unspoilt; undecomposed– not left to spoil 1-
good bijvoeglijk naamwoord
-
unspoiled bijvoeglijk naamwoord
-
unspoilt bijvoeglijk naamwoord
-
undecomposed bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
– not forged 1 -
good
– having desirable or positive qualities especially those suitable for a thing specified 1 -
good
– morally admirable 1 -
good
– tending to promote physical well-being; beneficial to health 1 -
good
– in excellent physical condition 1 -
good
– appealing to the mind 1 -
good
– agreeable or pleasing 1 -
good
– most suitable or right for a particular purpose 1 -
good
– capable of pleasing 1 -
good
– deserving of esteem and respect 1good; honourable; respectable; estimable; honorable– deserving of esteem and respect 1-
good bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
estimable bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
– of moral excellence 1 -
good
– having or showing knowledge and skill and aptitude 1 -
good
– financially sound 1good; secure; safe; dependable– financially sound 1-
good bijvoeglijk naamwoord
-
secure bijvoeglijk naamwoord
-
safe bijvoeglijk naamwoord
-
dependable bijvoeglijk naamwoord
-
-
good
– (often used as a combining form) in a good or proper or satisfactory manner or to a high standard (`good' is a nonstandard dialectal variant for `well') 1 -
good
– completely and absolutely (`good' is sometimes used informally for `thoroughly') 1good; thoroughly; soundly– completely and absolutely (`good' is sometimes used informally for `thoroughly') 1-
good bijwoord
-
thoroughly bijwoord
-
soundly bijwoord
-