Engels
Uitgebreide synoniemen voor feigned in het Engels
feigned:
-
feigned
false; fictitious; faked; feigned; sham; stingy; not genuine; bogus; mean-
false bijvoeglijk naamwoord
-
fictitious bijvoeglijk naamwoord
-
faked bijvoeglijk naamwoord
-
feigned bijvoeglijk naamwoord
-
sham bijvoeglijk naamwoord
-
stingy bijvoeglijk naamwoord
-
not genuine bijvoeglijk naamwoord
-
bogus bijvoeglijk naamwoord
-
mean bijvoeglijk naamwoord
-
-
feigned
artificial; affected; pretended; feigned; faked-
artificial bijvoeglijk naamwoord
-
affected bijvoeglijk naamwoord
-
pretended bijvoeglijk naamwoord
-
feigned bijvoeglijk naamwoord
-
faked bijvoeglijk naamwoord
-
-
feigned
insincere; pretencious; sanctimonious; feigned; hypocritical-
insincere bijvoeglijk naamwoord
-
pretencious bijvoeglijk naamwoord
-
sanctimonious bijvoeglijk naamwoord
-
feigned bijvoeglijk naamwoord
-
hypocritical bijvoeglijk naamwoord
-
-
feigned
-
feigned
– not genuine 1
Verwante woorden van "feigned":
Alternatieve synoniemen voor "feigned":
Verwante definities voor "feigned":
feign:
Conjugations for feign:
present
- feign
- feign
- feigns
- feign
- feign
- feign
simple past
- feigned
- feigned
- feigned
- feigned
- feigned
- feigned
present perfect
- have feigned
- have feigned
- has feigned
- have feigned
- have feigned
- have feigned
past continuous
- was feigning
- were feigning
- was feigning
- were feigning
- were feigning
- were feigning
future
- shall feign
- will feign
- will feign
- shall feign
- will feign
- will feign
continuous present
- am feigning
- are feigning
- is feigning
- are feigning
- are feigning
- are feigning
subjunctive
- be feigned
- be feigned
- be feigned
- be feigned
- be feigned
- be feigned
diverse
- feign!
- let's feign!
- feigned
- feigning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they