Engels
Uitgebreide synoniemen voor fashionable in het Engels
fashionable:
-
fashionable
trendy; fashionable; spry; nimble; bright; sprightly; dapper; worldly minded-
trendy bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
spry bijvoeglijk naamwoord
-
nimble bijvoeglijk naamwoord
-
bright bijvoeglijk naamwoord
-
sprightly bijvoeglijk naamwoord
-
dapper bijvoeglijk naamwoord
-
worldly minded bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
snazzy; snappy; stylish; fashionable; trendy-
snazzy bijvoeglijk naamwoord
-
snappy bijvoeglijk naamwoord
-
stylish bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
trendy bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
mondain; worldly; sophisticated; fashionable-
mondain bijvoeglijk naamwoord
-
worldly bijvoeglijk naamwoord
-
sophisticated bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
in vogue; popular; in fashion; fashionable-
in vogue bijvoeglijk naamwoord
-
popular bijvoeglijk naamwoord
-
in fashion bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
– being or in accordance with current social fashions 1fashionable; stylish– being or in accordance with current social fashions 1-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
stylish bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
– having elegance or taste or refinement in manners or dress 1fashionable; stylish– having elegance or taste or refinement in manners or dress 1-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
stylish bijvoeglijk naamwoord
-
-
fashionable
– patronized by 1
-
fashionable
-
fashionable
Verwante woorden van "fashionable":
Alternatieve synoniemen voor "fashionable":
Antoniemen van "fashionable":
Verwante definities voor "fashionable":
fashionable vorm van fashion:
-
the fashion
-
the fashion
– characteristic or habitual practice 1 -
the fashion
– consumer goods (especially clothing) in the current mode 1 -
the fashion
– how something is done or how it happens 1 -
the fashion
– the latest and most admired style in clothes and cosmetics and behavior 1
-
to fashion
– make out of components (often in an improvising manner) 1
Conjugations for fashion:
present
- fashion
- fashion
- fashions
- fashion
- fashion
- fashion
simple past
- fashioned
- fashioned
- fashioned
- fashioned
- fashioned
- fashioned
present perfect
- have fashioned
- have fashioned
- has fashioned
- have fashioned
- have fashioned
- have fashioned
past continuous
- was fashioning
- were fashioning
- was fashioning
- were fashioning
- were fashioning
- were fashioning
future
- shall fashion
- will fashion
- will fashion
- shall fashion
- will fashion
- will fashion
continuous present
- am fashioning
- are fashioning
- is fashioning
- are fashioning
- are fashioning
- are fashioning
subjunctive
- be fashioned
- be fashioned
- be fashioned
- be fashioned
- be fashioned
- be fashioned
diverse
- fashion!
- let's fashion!
- fashioned
- fashioning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they