Engels

Uitgebreide synoniemen voor eyesight in het Engels

eyesight:

eyesight [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the eyesight
    the eyesight; the visual faculty
  2. the eyesight
    – normal use of the faculty of vision 1
    the seeing; the eyesight; the sightedness
    – normal use of the faculty of vision 1

Alternatieve synoniemen voor "eyesight":


Verwante definities voor "eyesight":

  1. normal use of the faculty of vision1

Verwante synoniemen voor eyesight