Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal dupe

Synoniemen voor "dupe" in het Engels

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

dupe:
- dupe; victim; harmed
- charm; dupe; catch

Engels

Uitgebreide synoniemen voor dupe in het Engels

dupe:

dupe [the ~] zelfstandig naamwoord

the dupe
the dupe; the victim
- dupe [the ~] zelfstandig naamwoord
- victim [the ~] zelfstandig naamwoord
the dupe
the dupe; the harmed; the victim
- dupe [the ~] zelfstandig naamwoord
- harmed [the ~] zelfstandig naamwoord
- victim [the ~] zelfstandig naamwoord
the dupe

– a person who is tricked or swindled ¹
the victim; the dupe
– a person who is tricked or swindled ¹
- victim [the ~] zelfstandig naamwoord
- dupe [the ~] zelfstandig naamwoord

to dupe werkwoord (dupes, duped, duping)

to dupe
to charm; to dupe; to catch
- charm werkwoord (charms, charmed, charming)
- dupe werkwoord (dupes, duped, duping)
- catch werkwoord (catches, catched, catching)

Conjugations for dupe:

present

dupe
dupe
dupes
dupe
dupe
dupe

simple past

duped
duped
duped
duped
duped
duped

present perfect

have duped
have duped
has duped
have duped
have duped
have duped

past continuous

was duping
were duping
was duping
were duping
were duping
were duping

future

shall dupe
will dupe
will dupe
shall dupe
will dupe
will dupe

continuous present

am duping
are duping
is duping
are duping
are duping
are duping

subjunctive

be duped
be duped
be duped
be duped
be duped
be duped

diverse

dupe!
let's dupe!
duped
duping

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Verwante woorden van "dupe":

duping, duped, dupes, duper

Alternatieve synoniemen voor "dupe":

victim; person; individual; someone; somebody; mortal; soul
gull; slang; befool; cod; fool; put on; take in; put one over; put one across; deceive; betray; lead astray

Verwante definities voor "dupe":

a person who is tricked or swindled¹

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University