Engels

Uitgebreide synoniemen voor destitution in het Engels

destitution:

destitution [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the destitution
    the accident; the disaster; the adversity; the misery; the misfortune; the tribulation; the calamity; the trouble; the destitution; the bad luck; the squalor; the misère; the reverse; the evil
  2. the destitution
    the poverty; the lack; the paucity; the destitution; the dearth; the hardship; the penury; the need; the want
    • poverty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • paucity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • destitution [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dearth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hardship [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • need [the ~] zelfstandig naamwoord
    • want [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the destitution
    the necessity; the need; the destitution; the disaster; the adversity
  4. the destitution
    the insolvency; the destitution
  5. the destitution
    the need; the neediness; the destitution
  6. the destitution
    – a state without friends or money or prospects 1
    the destitution
    – a state without friends or money or prospects 1

destitution

  1. destitution

Verwante woorden van "destitution":


Alternatieve synoniemen voor "destitution":


Verwante definities voor "destitution":

  1. a state without friends or money or prospects1

destitute:

destitute bijvoeglijk naamwoord

  1. destitute
    destitute; poor; indigent; needy; penniless
  2. destitute
    destitute; impoverished; penniless; down and out
  3. destitute
    destitute; deprived; underprivileged; poor
  4. destitute
    destitute; unemployed
  5. destitute
    – completely wanting or lacking 1
    free; innocent; barren; destitute; devoid
    – completely wanting or lacking 1
    • free bijvoeglijk naamwoord
    • innocent bijvoeglijk naamwoord
      • innocent of literary merit1
    • barren bijvoeglijk naamwoord
      • writing barren of insight1
    • destitute bijvoeglijk naamwoord
      • young recruits destitute of experience1
    • devoid bijvoeglijk naamwoord
      • the sentence was devoid of meaning1
  6. destitute
    – poor enough to need help from others 1
    impoverished; destitute; needy; indigent; poverty-stricken; necessitous
    – poor enough to need help from others 1

Verwante woorden van "destitute":


Alternatieve synoniemen voor "destitute":


Verwante definities voor "destitute":

  1. completely wanting or lacking1
    • young recruits destitute of experience1
  2. poor enough to need help from others1