Engels

Uitgebreide synoniemen voor chic in het Engels

chic:

chic bijvoeglijk naamwoord

  1. chic
    – elegant and stylish 1
    smart; chic; voguish
    – elegant and stylish 1
    • smart bijvoeglijk naamwoord
      • a smart new dress1
    • chic bijvoeglijk naamwoord
      • chic elegance1
    • voguish bijvoeglijk naamwoord
      • a suit of voguish cut1

chic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the chic
    – elegance by virtue of being fashionable 1
    the swank; the smartness; the chic; the last word; the chichi; the modishness; the chicness; the stylishness
    – elegance by virtue of being fashionable 1
    • swank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smartness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • last word [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chichi [the ~] zelfstandig naamwoord
    • modishness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chicness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stylishness [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "chic":

  • chicness, chicer, chicest

Alternatieve synoniemen voor "chic":


Verwante definities voor "chic":

  1. elegant and stylish1
    • chic elegance1
  2. elegance by virtue of being fashionable1

Verwante synoniemen voor chic