Engels

Uitgebreide synoniemen voor bravery in het Engels

bravery:

bravery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bravery
    the courage; the valour; the bravery; the gallantry; the vigour; the daring; the sturdiness; the valor; the vigor
    • courage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • bravery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gallantry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • daring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sturdiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the bravery
    – a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear 1
    the courage; the bravery; the braveness; the courageousness
    – a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear 1
  3. the bravery
    – feeling no fear 1
    the bravery; the fearlessness
    – feeling no fear 1

bravery

  1. bravery
    bravery; valour; valor

Alternatieve synoniemen voor "bravery":


Antoniemen van "bravery":


Verwante definities voor "bravery":

  1. a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear1
  2. feeling no fear1