Engels
Uitgebreide synoniemen voor boastfully in het Engels
boastfully:
boastfully bijwoord
-
boastfully
– in a boastful manner 1big; large; vauntingly; boastfully– in a boastful manner 1-
big bijwoord
-
large bijwoord
-
vauntingly bijwoord
-
boastfully bijwoord
-
Alternatieve synoniemen voor "boastfully":
Verwante definities voor "boastfully":
boastfully vorm van boastful:
-
boastful
boastful; grandiloquent; bragging; boasting-
boastful bijvoeglijk naamwoord
-
grandiloquent bijvoeglijk naamwoord
-
bragging bijvoeglijk naamwoord
-
boasting bijvoeglijk naamwoord
-
-
boastful
boastful; lah-di-dah; flaunting; overweening; haughty; loud-
boastful bijvoeglijk naamwoord
-
lah-di-dah bijvoeglijk naamwoord
-
flaunting bijvoeglijk naamwoord
-
overweening bijvoeglijk naamwoord
-
haughty bijvoeglijk naamwoord
-
loud bijvoeglijk naamwoord
-
-
boastful
– exhibiting self-importance 1big; boastful; bragging; braggart; self-aggrandising; cock-a-hoop; self-aggrandizing; crowing; braggy– exhibiting self-importance 1
-
boastful
-
boastful