Overzicht
Engels Synoniemen: Meer gegevens...
- biggest:
-
big:
- large; great; big; vast; tall; broad; broad-shouldered; vuluminous; considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; striking; respectable; at large extent
- big; tall of stature
- great; heavy; big; large; with child; expectant; gravid; enceinte; prominent; handsome; liberal; bighearted; openhanded; freehanded; bounteous; giving; bountiful; magnanimous; adult; grown; full-grown; fully grown; grownup; bad; vainglorious; swelled; boastful; bragging; braggart; crowing; braggy; self-aggrandising; cock-a-hoop; self-aggrandizing
- big; large; vauntingly; boastfully
Engels
Uitgebreide synoniemen voor biggest in het Engels
biggest:
Verwante woorden van "biggest":
big:
-
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big
-
big
considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; great; striking; respectable; vast; large; big; tall-
considerable bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
substantial bijvoeglijk naamwoord
-
remarkable bijvoeglijk naamwoord
-
conspicuous bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
great bijvoeglijk naamwoord
-
striking bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
vast bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
big bijvoeglijk naamwoord
-
tall bijvoeglijk naamwoord
-
-
big
-
big
-
big
– in an advanced stage of pregnancy 1 -
big
– conspicuous in position or importance 1 -
big
– given or giving freely 1handsome; big; liberal; bighearted; openhanded; freehanded; bounteous; giving; bountiful– given or giving freely 1-
handsome bijvoeglijk naamwoord
-
big bijvoeglijk naamwoord
-
liberal bijvoeglijk naamwoord
-
bighearted bijvoeglijk naamwoord
-
openhanded bijvoeglijk naamwoord
-
freehanded bijvoeglijk naamwoord
-
bounteous bijvoeglijk naamwoord
-
giving bijvoeglijk naamwoord
-
bountiful bijvoeglijk naamwoord
-
-
big
– generous and understanding and tolerant 1big; large; magnanimous– generous and understanding and tolerant 1-
big bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
magnanimous bijvoeglijk naamwoord
-
-
big
– marked by intense physical force 1 -
big
– significant 1 -
big
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big
– loud and firm 1 -
big
– (of animals) fully developed 1big; adult; grown; full-grown; fully grown; grownup– (of animals) fully developed 1-
big bijvoeglijk naamwoord
-
adult bijvoeglijk naamwoord
-
grown bijvoeglijk naamwoord
-
full-grown bijvoeglijk naamwoord
-
fully grown bijvoeglijk naamwoord
-
grownup bijvoeglijk naamwoord
-
-
big
– very intense 1 -
big
– feeling self-importance 1big; vainglorious; swelled– feeling self-importance 1-
big bijvoeglijk naamwoord
-
vainglorious bijvoeglijk naamwoord
-
swelled bijvoeglijk naamwoord
-
-
big
– exhibiting self-importance 1big; boastful; bragging; braggart; crowing; braggy; self-aggrandising; cock-a-hoop; self-aggrandizing– exhibiting self-importance 1 -
big
– prodigious 1
-
big
– in a boastful manner 1big; large; vauntingly; boastfully– in a boastful manner 1-
big bijwoord
-
large bijwoord
-
vauntingly bijwoord
-
boastfully bijwoord
-
-
big
– in a major way 1 -
big
– on a grand scale 1 -
big
– extremely well 1