Engels

Uitgebreide synoniemen voor auxiliary in het Engels

auxiliary:

auxiliary

  1. auxiliary

auxiliary bijvoeglijk naamwoord

  1. auxiliary
    – functioning in a supporting capacity 1
    subsidiary; supplementary; auxiliary; supplemental
    – functioning in a supporting capacity 1
  2. auxiliary
    – furnishing added support 1
    accessory; auxiliary; ancillary; adjunct; appurtenant; adjuvant
    – furnishing added support 1
    • accessory bijvoeglijk naamwoord
    • auxiliary bijvoeglijk naamwoord
      • The mind and emotions are auxiliary to each other1
    • ancillary bijvoeglijk naamwoord
      • an ancillary pump1
    • adjunct bijvoeglijk naamwoord
    • appurtenant bijvoeglijk naamwoord
    • adjuvant bijvoeglijk naamwoord
      • an adjuvant discipline to forms of mysticism1

auxiliary [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the auxiliary
    – someone who acts as assistant 1
    the aide; the auxiliary
    – someone who acts as assistant 1
    • aide [the ~] zelfstandig naamwoord
    • auxiliary [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "auxiliary":


Verwante definities voor "auxiliary":

  1. functioning in a supporting capacity1
    • the main library and its auxiliary branches1
  2. furnishing added support1
    • The mind and emotions are auxiliary to each other1
  3. someone who acts as assistant1

Verwante synoniemen voor auxiliary