Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
- totally:
- total:
-
Wiktionary:
- totally → ganz und gar, ganz, völlig, vollkommen, vollständig, richtig, genau
- totally → ganz
- total → Gesamtbetrag, Gesamtsumme, Summe
- total → ganz, gesamt, komplett, total, vollständig
- total → aufaddieren, zusammenaddieren, zusammennehmen, schrotten, summieren
Engels
Uitgebreide vertaling voor totally (Engels) in het Duits
totally:
-
totally (utterly; completely; absolutely; fully; awfully; utter; terribly; outright)
Vertaal Matrix voor totally:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | all; altogether; completely; entirely; whole; wholly | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | clean | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schief | absolutely; awfully; completely; fully; outright; terribly; totally; utter; utterly | askew; crooked; false; improper; inappropriate; indelicat; leaning; lopsided; oblique; out of place; phoney; rude; skew; slanting; sloping; steep; tactless; uncalled for; unseemly; unsuitable |
verkehrt | absolutely; awfully; completely; fully; outright; terribly; totally; utter; utterly | all wrong; amiss; bad; contrarily; false; faulty; ill; improper; inaccurate; inappropriate; incorrect; indelicat; inside out; off; off target; out of place; rude; tactless; uncalled for; unseemly; unsuitable; vice versa; wrong; wrong side out; wrongly |
Verwante woorden van "totally":
Synoniemen voor "totally":
Antoniemen van "totally":
Verwante definities voor "totally":
Wiktionary: totally
totally
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• totally | → ganz; völlig; vollkommen; vollständig; richtig; genau | ↔ tout à fait — Entièrement, absolument. |
totally vorm van total:
-
total (completely; complete; fully; utterly; integral; utter)
komplett; total; ganz; vollständig; völlig; vollkommen; gänzlich; vollzählig-
komplett bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
ganz bijvoeglijk naamwoord
-
vollständig bijvoeglijk naamwoord
-
völlig bijvoeglijk naamwoord
-
vollkommen bijvoeglijk naamwoord
-
gänzlich bijvoeglijk naamwoord
-
vollzählig bijvoeglijk naamwoord
-
-
total (to make complete; replenish; add; fill up; count up)
komplettieren; vervollständigen-
komplettieren werkwoord (komplettiere, komplettierst, komplettiert, komplettierte, komplettiertet, komplettiert)
-
vervollständigen werkwoord (vervollständige, vervollständigst, vervollständigt, vervollständigte, vervollständigtet, vervollständigt)
-
-
total (add; count up; tally up)
aufzählen; hinzufügen; addieren; zusammenzählen; beilegen; beifügen; zurechnen; anfügen; hinzuzählen; beigeben-
zusammenzählen werkwoord (zähle zusammen, zählst zusammen, zählt zusammen, zählte zusammen, zähltet zusammen, zusammengezählt)
-
hinzuzählen werkwoord (zähle hinzu, zählst hinzu, zählt hinzu, zählte hinzu, zähltet hinzu, hinzugezählt)
Vertaal Matrix voor total:
Verwante woorden van "total":
Synoniemen voor "total":
Verwante definities voor "total":
Wiktionary: total
total
noun
total
-
amount
- total → Gesamtbetrag; Gesamtsumme
-
sum
- total → Summe
-
to add up
- total → aufaddieren; zusammenaddieren; zusammennehmen
-
to demolish
- total → schrotten
adjective
-
alle zugehörigen Dinge und/oder Personen zusammengenommen
-
alles davon, nicht nur ein Teil
-
völlig, vollständig
-
alle zu seiner Bestimmung nötigen Teile habend
- vollständig → complete; whole; total; entire